RvdW 2019/861
1. Begrip ‘verschenen getuige’ in de zin van art. 287 lid 2 Sv. 2. Doorzoeking auto met toestemming van verdachte.
HR 09-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1143
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 juli 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
17/03601
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS73192:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1143, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:242, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑03‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑01‑2018
- Wetingang
Art. 8 EVRM; art. 287 lid 2, art. 359a Sv
Essentie
1. Begrip ‘verschenen getuige’ in de zin van art. 287 lid 2 Sv. 2. Doorzoeking van de auto vond plaats met toestemming van de verdachte.
Samenvatting
1. Het middel berust op de opvatting dat een persoon die niet als getuige is opgeroepen, maar zich op het verzoek van het Openbaar Ministerie om praktische redenen bij aanvang van de terechtzitting nabij de zittingszaal beschikbaar heeft gehouden teneinde, indien nodig, een verklaring te kunnen afleggen, moet worden aangemerkt als een zogenoemde meegebrachte getuige en mitsdien als een ‘verschenen getuige’ in de zin van art. 287, tweede lid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.