Belastingadvies 2018/18.3
Onjuiste maatstaf toegepast bij bepalen extra vervoerskosten wegens ziekte
HR 29-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:1018
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 juni 2018
- Zaaknummer
17/05455
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929455:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Persoonsgebonden aftrek
Loonbelasting / Loon
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1018, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑06‑2017
- Wetingang
Art. 6.17 Wet IB 2001
Essentie
De Hoge Raad beslist dat voor de aftrek van extra vervoerskosten wegens ziekte niet van belang is of deze zijn gemaakt met een vervoermiddel dat is aangeschaft of ter beschikking is gesteld met het oog op de ziekte of invaliditeit.
Samenvatting
Belanghebbende, X, en zijn echtgenote hebben ieder gezondheidsklachten. Tot hun huishouden behoren een zoon en een dochter. In zijn aangifte IB/PVV 2011 neemt X extra vervoerskosten wegens ziekte in aanmerking. X voert onder meer de kosten van de auto’s van de echtgenote en van de zoon op en de kosten van de scooter van de dochter. Daarnaast ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.