V-N 2020/2.18
Standpunt dat geheel geen crisisheffing is verschuldigd, niet pleitbaar
HR 20-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:2020, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 december 2019
- Magistraten
De Groot, Overgaauw, Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
19/02158
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS176007:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:2020, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑12‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:1080, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑10‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑10‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑06‑2019
- Wetingang
art. 67c AWR
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het standpunt van X bv niet pleitbaar is en dat de boete dus terecht is opgelegd. Aan de conclusie waar X bv naar verwijst kan namelijk niet het standpunt worden ontleend dat geen enkel bedrag aan crisisheffing betaald zou hoeven worden.
Samenvatting
X bv verleent en verstrekt adviezen. Haar salarisadministratie en HR-services heeft ze uitbesteed. Omdat X bv de door haar verschuldigde crisisheffing over het tijdvak maart 2013 niet (tijdig) betaalt, legt de inspecteur een naheffingsaanslag op met een verzuimboete van € 4.920. Volgens X bv is de crisisheffing in strijd met art. 1 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.