PJ 2018/147
Een afkoopsom van pensioen dient zoveel mogelijk gelijk te worden behandeld bij scheiding als niet afgekochte pensioenen waarop de Wvps van toepassing is.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 juli 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/04947
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS13745:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Loonbelasting / Loon
Pensioenen / Pensioenuitvoering en -communicatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1180, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑07‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:519, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑05‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑10‑2017
- Wetingang
Art. 1:94 lid 2 aanhef en onder b lid 3 BW; art. 2 lid 1 Wvps
Essentie
Een afkoopsom van pensioen dient zoveel mogelijk gelijk te worden behandeld bij scheiding als niet afgekochte pensioenen waarop de Wvps van toepassing is.
Samenvatting
Afkoopsom pensioen bij scheiding: in gemeenschap of prive vermogen? Het gaat om afkoop tijdens huwelijk van pensioen dat voor het huwelijk is opgebouwd. De Hoge Raad oordeelt: “Het strookt met de (ratio van de) Wvps om afgekochte pensioenrechten bij de verdeling van een huwelijksgemeenschap op een zo veel mogelijk gelijke wijze in aanmerking te nemen als niet afgekochte pensioenrechten.” Dit brengt mee dat de afkoopsom als privé vermogen van de man moet worden aangemerkt ...