NJ 2019/237
Notarieel tuchtrecht. Procesrecht. Rechtsmiddelenverbod art. 94 lid 1 Wna; reikwijdte; alle beslissingen in hoger beroep; beslissing betreffende herzieningsverzoek.
HR 18-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:52, m.nt. S. Perrick
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 januari 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, J. Wortel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien, E.F. Faase
- Zaaknummer
16/05359
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Noot
S. Perrick
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS57483:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Tuchtrecht
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:52, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑01‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:47, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑11‑2016
- Wetingang
Essentie
Notarieel tuchtrecht. Procesrecht. Rechtsmiddelenverbod art. 94 lid 1 Wna; reikwijdte; alle beslissingen in hoger beroep; beslissing betreffende herzieningsverzoek.
Samenvatting
Ingevolge art. 94 lid 1 Wna wordt de tuchtrechtspraak over notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen in eerste aanleg uitgeoefend door de Kamers voor het Notariaat en in hoger beroep door het Hof Amsterdam. Tegen beslissingen van het gerechtshof is geen hogere voorziening toegelaten. Deze regel strekt zich uit tot alle beslissingen inhoudende tuchtrechtspraak over notarissen, zodat hij ook van toepassing is op beslissingen betreffende de herziening van in hoger beroep door het gerechtshof gewezen tuchtrechtelijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.