Einde inhoudsopgave
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie voorjaar 2019
Artikel 49
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2019
- Bronpublicatie:
13-02-2019, Stcrt. 2019, 9735 (uitgifte: 19-02-2019, regelingnummer: WJZ / 18319237)
- Inwerkingtreding
01-03-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-02-2019, Stcrt. 2019, 9735 (uitgifte: 19-02-2019, regelingnummer: WJZ / 18319237)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Energie
Energierecht / Energieopwekking
Voor een productie-installatie als bedoeld in het in de eerste kolom van onderstaande tabel genoemde artikel wordt:
- a.
het basisbedrag voor subsidie, bedoeld in artikel 44, eerste lid, van het besluit, voor de productie van hernieuwbare warmte en de gecombineerde opwekking van hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare warmte, vastgesteld op het in de derde kolom van onderstaande tabel genoemde bedrag;
- b.
voor de productie van hernieuwbare warmte, hernieuwbare elektriciteit of de gecombineerde opwekking van hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare warmte het maximaal aantal vollasturen vastgesteld op het in de vierde kolom van onderstaande tabel genoemde aantal uren;
- c.
de basisenergie- of basiselektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 12, eerste lid, of artikel 45, eerste lid, van het besluit, voor de productie van hernieuwbare warmte, hernieuwbare elektriciteit of de gecombineerde opwekking van hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare warmte, vastgesteld op het in de vijfde kolom van onderstaande tabel genoemde bedrag; en
- d.
de correcties op het basisbedrag voor subsidie voor een productie-installatie als bedoeld in het in de eerste kolom van onderstaande tabel genoemde artikel, worden voor 2019 vastgesteld op:
- 1°
voor wat betreft de energie- of elektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdeel a, of 47, eerste lid, onderdeel a, van het besluit het in de zesde kolom van onderstaande tabel genoemde bedrag; en
- 2°
voor wat betreft de correcties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c, of 47, eerste lid, onderdelen b en c, van het besluit op € 0 per kWh.
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 |
---|---|---|---|---|---|
Artikel regeling | Categorie | Basisbedrag in euro/kWh | Vollasturen | Basisenergieprijs in euro/kWh | Voorlopig correctiebedrag 2019 in euro/kWh |
Artikel 24, eerste lid, onderdeel a | Zonthermie ≥ 140 kW en < 1 MW | 0,098 | 700 | 0,025 | 0,032 |
Artikel 24, eerste lid, onderdeel b | Zonthermie ≥ 1 MW | 0,085 | 700 | 0,019 | 0,026 |
Artikel 26, onderdelen a en b | Geothermie warmte, diepte ≥ 500 meter | 0,052 | 6.000 | 0,013 | 0,019 |
Artikel 26, onderdeel c | Geothermie warmte aanvullende put, diepte ≥ 500 meter | 0,032 | 6.000 | 0,013 | 0,019 |
Artikel 26, onderdeel d | Geothermie warmte, diepte ≥ 4.000 meter | 0,067 | 7.000 | 0,013 | 0,019 |
Artikel 28,onderdeel a | Allesvergisting, warmte | 0,062 | 7.000 | 0,019 | 0,026 |
Artikel 28,onderdeel b | Allesvergisting, gecombineerde opwekking | 0,070 | 7.622 | 0,025 | 0,036 |
Artikel 28,onderdeel c | Monomestvergisting, warmte > 400 kW | 0,065 | 7.000 | 0,019 | 0,026 |
Artikel 28, onderdeel d | Monomestvergisting, gecombineerde opwekking > 400 kW | 0,077 | 7.353 | 0,025 | 0,036 |
Artikel 28, onderdeel e | Monomestvergisting, warmte ≤ 400 kW | 0,103 | 7.000 | 0,052 | 0,059 |
Artikel 28, onderdeel f | Monomestvergisting, gecombineerde opwekking ≤ 400 kW | 0,127 | 6.374 | 0,041 | 0,053 |
Artikel 30, eerste lid, onderdeel a | Verbeterde slibgisting bij rioolwaterzuiveringsinstallaties, warmte | 0,034 | 7.000 | 0,019 | 0,026 |
Artikel 30, eerste lid, onderdeel b | Verbeterde slibgisting bij rioolwaterzuiveringsinstallaties, gecombineerde opwekking | 0,051 | 5.729 | 0,028 | 0,041 |
Ketel vloeibare biomassa voor warmte en gecombineerde opwekking | 0,072 | 7.000 | 0,019 | 0,026 | |
Kleine ketel op vaste of vloeibare biomassa voor warmte en gecombineerde opwekking | 0,053 | 3.000 | 0,019 | 0,026 | |
Artikel 36, eerste lid, onderdeel a | Grote ketel op vaste of vloeibare biomassa voor warmte en gecombineerde opwekking | 0,049 | 4.500 | 0,013 | 0,019 |
Artikel 36, eerste lid, onderdeel b | Grote ketel op vaste of vloeibare biomassa voor warmte en gecombineerde opwekking | 0,048 | 5.000 | 0,013 | 0,019 |
Artikel 36, eerste lid, onderdeel c | Grote ketel op vaste of vloeibare biomassa voor warmte en gecombineerde opwekking | 0,048 | 5.500 | 0,013 | 0,019 |
Artikel 36, eerste lid, onderdeel d | Grote ketel op vaste of vloeibare biomassa voor warmte en gecombineerde opwekking | 0,047 | 6.000 | 0,013 | 0,019 |
Artikel 36, eerste lid, onderdeel e | Grote ketel op vaste of vloeibare biomassa voor warmte en gecombineerde opwekking | 0,047 | 6.500 | 0,013 | 0,019 |
Artikel 36, eerste lid, onderdeel f | Grote ketel op vaste of vloeibare biomassa voor warmte en gecombineerde opwekking | 0,047 | 7.000 | 0,013 | 0,019 |
Artikel 36, eerste lid, onderdeel g | Grote ketel op vaste of vloeibare biomassa voor warmte en gecombineerde opwekking | 0,046 | 7.500 | 0,013 | 0,019 |
Artikel 36, eerste lid, onderdeel h | Grote ketel op vaste of vloeibare biomassa voor warmte en gecombineerde opwekking | 0,046 | 8.000 | 0,013 | 0,019 |
Artikel 36, eerste lid, onderdeel i | Grote ketel op vaste of vloeibare biomassa voor warmte en gecombineerde opwekking | 0,046 | 8.500 | 0,013 | 0,019 |
Grote ketel op B-hout voor warmte en gecombineerde opwekking | 0,030 | 7.000 | 0,013 | 0,019 | |
Ketel stadsverwarming op houtpellets voor warmte en gecombineerde opwekking | 0,065 | 6.000 | 0,010 | 0,014 | |
Stoomketel op houtpellets, warmte en gecombineerde opwekking | 0,062 | 8.500 | 0,013 | 0,019 | |
Directe inzet (brander) van houtpellets voor industriële toepassingen voor warmte en gecombineerde opwekking | 0,051 | 3.000 | 0,017 | 0,024 |