Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/148/EG betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest op het werk
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 20-12-2023
- Bronpublicatie:
22-11-2023, PbEU L 2023, 2023/2668 (uitgifte: 30-11-2023, regelingnummer: 2023/2668)
- Inwerkingtreding
20-12-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-11-2023, PbEU L 2023, 2023/2668 (uitgifte: 30-11-2023, regelingnummer: 2023/2668)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
1.
Deze richtlijn is van toepassing op werkzaamheden waarbij werknemers tijdens hun werk worden of kunnen worden blootgesteld aan stof afkomstig van asbest of asbesthoudende materialen.
2.
Bij werkzaamheden waarbij een risico van blootstelling aan stof afkomstig van asbest of asbesthoudende materialen bestaat, wordt dat risico aldus beoordeeld dat de aard en de mate van de blootstelling van de werknemers aan stof afkomstig van asbest of asbesthoudende materialen wordt vastgesteld, en prioriteit wordt toegekend aan de verwijdering van asbest of asbesthoudende materialen boven andere vormen van behandeling van asbest.
3.
Mits het gaat om sporadische blootstelling van werknemers en blootstelling met een geringe intensiteit en uit de resultaten van de risicobeoordeling als bedoeld in lid 2 van dit artikel duidelijk blijkt dat de relevante in artikel 8 vastgestelde grenswaarde voor asbest niet zal worden overschreden in de lucht van de werkplek, mogen de lidstaten afwijken van artikel 4 wanneer het werk bestaat uit:
- a)
korte, niet-continue onderhoudsactiviteiten, waarbij uitsluitend met niet-broze materialen wordt gewerkt;
- b)
het verwijderen van niet-beschadigde materialen, zonder deze stuk te maken, waarin de asbestvezels stevig in een matrix zijn gebonden;
- c)
het inkapselen en omhullen van asbesthoudende materialen die in goede staat zijn;
- d)
bewaking en onderzoek van de lucht en het nemen van monsters om vast te stellen of een bepaald materiaal asbest bevat.
4.
Na overleg met de sociale partners, overeenkomstig de nationale wetgeving en praktijk, worden door de lidstaten praktische richtsnoeren opgesteld voor de omschrijving van sporadische blootstelling met een geringe intensiteit, als bedoeld in lid 3.
5.
De werknemers en/of hun vertegenwoordigers in de onderneming of vestiging worden geraadpleegd over de in lid 2 bedoelde beoordeling en deze wordt herzien wanneer er redenen zijn om aan te nemen dat zij onjuist is of wanneer er materiële veranderingen in het werk plaatsvinden.