Einde inhoudsopgave
Circulaire toepassen Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2018–2020
4.5 Ruimte voor experimenten
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
28-08-2018, Stcrt. 2018, 49773 (uitgifte: 03-09-2018, regelingnummer: 2018-0000732185)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-08-2018, Stcrt. 2018, 49773 (uitgifte: 03-09-2018, regelingnummer: 2018-0000732185)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Partijen benadrukken het belang van het continu ontwikkelen van het personeelsbeleid bij het Rijk. De samenleving verandert en het Rijk moet hier steeds op inspelen. Partijen moedigen experimenten met nieuwe vormen van personeels- en arbeidsvoorwaardenbeleid aan.
Om dit te ondersteunen spreken partijen af om met ingang van de inwerkingtreding van de Wnra een experimenteerbepaling in de Rijkscao op te nemen, waarmee tijdelijk kan worden afgeweken van de dan geldende cao. Afspraken over het tijdelijk afwijken van de (dan geldende) Rijkscao, en welke voorwaarden bij het afgesproken experiment gelden, kunnen in het DGO worden voorbereid en dienen ter toetsing aan het SOR te worden voorgelegd alvorens deze definitief te maken. Ook de partijen in het SOR kunnen afspraken maken over tijdelijke afwijking van de geldende Rijkscao. Partijen willen op deze manier meer ervaringen opdoen met modern personeel- en arbeidsvoorwaardenbeleid.
Daarnaast spreken partijen af dat het Arbeidsmarkt- en Opleidingsfonds van het Rijk (A+O fonds Rijk) structureel wordt bekostigd opdat experimenten, die aansluiten bij de doelstellingen uit deze Rijkscao en zoals door sociale partners overeengekomen, financieel ondersteund kunnen worden.
Om te benadrukken dat het bij het A+O fonds Rijk om arbeidsvoorwaardengelden gaat, wordt vanaf 2020 geen subsidie meer toegekend maar komen partijen overeen dat de werkgever jaarlijks een bijdrage doet aan het A+O fonds Rijk van € 30,73 per fte. Deze bijdrage wordt aangepast aan de algemene salarisontwikkeling van de sector Rijk.