Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 5.11.27 [Banden]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2014
- Bronpublicatie:
24-09-2013, Stcrt. 2013, 26590 (uitgifte: 01-10-2013, regelingnummer: IENM/BSK-2013/213100)
- Inwerkingtreding
01-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-09-2013, Stcrt. 2013, 26590 (uitgifte: 01-10-2013, regelingnummer: IENM/BSK-2013/213100)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Eisen | Wijze van Keuren | |
---|---|---|
1. | De banden mogen geen beschadigingen vertonen waarbij het karkas zichtbaar is. | Visuele controle, waarbij het wiel wordt rondgedraaid. |
2. | De banden mogen geen uitstulpingen vertonen. | Visuele controle. |
3. | Over de gehele omtrek en breedte van het loopvlak van de banden moet profilering aanwezig zijn. | Visuele controle, waarbij het wiel wordt rondgedraaid. |
4. | De banden mogen niet zijn nageprofileerd. Van naprofileren is sprake indien slijtage-indicatoren zijn weggesneden, indien de profielvorm van de groef afwijkt van de originele profielvorm, of indien in de bodem van de groef het karkas van de band zichtbaar is. | Leden 4 tot en met 7: visuele controle. |
5. | Het loopvlak van de banden mag geen metalen elementen bevatten die tijdens het rijden daarbuiten kunnen uitsteken. | |
6. | De op de band aangegeven draairichting moet overeenkomen met de draairichting van de band in voorwaartse rijrichting van het gehandicaptenvoertuig. | |
7. | De banden op één as moeten dezelfde maataanduiding hebben. |