NJ 2018/219
Valkenburgse zedenzaak en art. 22b Sr: hof kon volstaan met één dag gevangenisstraf naast taakstraf.
HR 20-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:202, m.nt. T. Kooijmans
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 februari 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers
- Zaaknummer
17/00158
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Noot
T. Kooijmans
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154405:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:202, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑08‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑05‑2017
- Wetingang
Essentie
Valkenburgse zedenzaak en art. 22b Sr: hof kon volstaan met één dag gevangenisstraf naast taakstraf.
Gelet op de wetsgeschiedenis van art. 22b lid 3 Sr is de opvatting dat art. 22b lid 3 Sr de oplegging van een taakstraf uitsluitend toelaat indien tevens een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van ‘substantiële’ duur wordt opgelegd, onjuist. Het hof heeft de strafoplegging (één dag gevangenisstraf en 210 uur taakstraf ter zake van het misdrijf van art. 248b Sr) toereikend gemotiveerd.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.