NJ 2018/471
Procesrecht. Schorsing (art. 27 Fw); faillissement van eiseres; optreden als lasthebber van een derde?
HR 30-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2220
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 november 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/01575
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS167835:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1950, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:599, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑06‑2020
ECLI:NL:HR:2019:1527, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:649, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑06‑2019
ECLI:NL:HR:2018:2220, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1153, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑10‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑04‑2018
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Schorsing (art. 27 Fw); faillissement van eiseres; optreden als lasthebber van een derde?
Tijdens geding gefailleerde eiseres heeft cessie gesteld, maar niet tevens bewijsstukken overgelegd van door wederpartij betwiste lastgeving om namens cessionaris te procederen. Uitgangspunt moet zijn dat eiseres voor eigen rekening is blijven procederen. Art. 27 Fw biedt wederpartij van failliet zonder meer het recht schorsing van de procedure te vorderen om de curator in het geding te roepen. Afweging van belangen in verband met een eventuele zekerheidsstelling voor de proceskosten komt pas aan de orde indien de curator zou beslissen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.