JWB 2006/433
Bestaan arbeidsovereenkomst, passeren bewijsaanbod
HR 15-12-2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ1487
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 december 2006
- Zaaknummer
C05/264HR
- LJN
AZ1487
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AZ1487, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑12‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AZ1487, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑12‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑08‑2005
- Wetingang
art. 7:610 BW; Rv art. 166 lid 1
Essentie
Bestaan arbeidsovereenkomst, passeren bewijsaanbod
Samenvatting
Casus
Eiser is tot begin 1995 in loondienst werkzaam als buschauffeur. Hij heeft met (uiteindelijk) drie andere buschauffeurs en met A B.V. i.o. een overeenkomst gesloten tot oprichting van een vennootschap onder firma, genaamd N.A.L. In de overeenkomst is onder meer bepaald dat A B.V. zou zorgdragen voor de benodigde vergunningen; de andere vennoten zouden ieder op een bus rijden. A B.V., waarvan betrokkene 1 en betrokkene 2 de bestuurders waren, behoorde tot de zogenoemde A-groep. Daarvan maakten verder deel uit (onder meer) BBO (directeur) betrokkene 3. Tussen N.A.L en BBO bestond een samenwerkingsovereenkomst; ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.