Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/882
Zedenzaak. Ontucht met 9-jarig meisje door 48-jarige verdachte tijdens een logeerpartij, art. 244 Sr. 1. Bewijsklacht m.b.t. seksueel binnendringen. 2. Bewijsminimum, art. 342 lid 2 Sv (unus testis). Vindt verklaring van aangeefster voldoende steun in ander bewijsmateriaal? HR: art. 81 lid 1 RO. Vervolg op HR 13 maart 2018, NJ 2018/159.
HR 20-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1262
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 september 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, M. Kuijer, T. Kooijmans
- Zaaknummer
21/03363
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1262, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:840, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑2022
Essentie
Zedenzaak. Ontucht met 9-jarig meisje door 48-jarige verdachte tijdens een logeerpartij, art. 244 Sr. 1. Bewijsklacht m.b.t. seksueel binnendringen. 2. Bewijsminimum, art. 342 lid 2 Sv (unus testis). Vindt verklaring van aangeefster voldoende steun in ander bewijsmateriaal? HR: art. 81 lid 1 RO. Vervolg op HR 13 maart 2018, NJ 2018/159.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/03363
Datum 20 september 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 3 augustus 2021, nummer 22-001231-18, in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.