RvdW 2012/389
Uitleg echtscheidingsconvenant; vergissing in tekst? Bewijsaanbod voldoende specifiek?; in geding brengen schriftelijk bewijs; vertrouwelijke correspondentie tussen advocaten.
HR 09-03-2012, ECLI:NL:HR:2012:BU9204
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 maart 2012
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.A. Loth, G. Snijders
- Zaaknummer
10/03970
- Conclusie
A-G Wissink
- LJN
BU9204
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BU9204, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑03‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BU9204, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑12‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑08‑2010
- Wetingang
Essentie
Uitleg echtscheidingsconvenant; vergissing in tekst? Bewijsaanbod voldoende specifiek?; in geding brengen schriftelijk bewijs; vertrouwelijke correspondentie tussen advocaten.
Onbegrijpelijk oordeel hof dat correspondentie die de vrouw heeft aangeboden in het geding te brengen, niet relevant zou zijn voor het antwoord op de vraag hoe de tekst van het convenant valt te begrijpen en of deze inderdaad een vergissing bevat. De Hoge Raad tekent hierbij aan dat van een partij die zich beroept op correspondentie waarover zij beschikt, verlangd mag worden dat zij die correspondentie uit zichzelf in het geding brengt, ook als het vertrouwelijke correspondentie tussen advocaten betreft, voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.