NJB 2013/1555:Opdracht. Zorgplicht. Kopers van woonruimte (opdrachtgevers) stellen de door hen ingeschakelde makelaar aansprakelijk wegens ondeugdelijke advisering bij de aankoop. De makelaar voert aan dat hij op de dag van de beoogde overdracht van de woonruimte, na de bezichtiging, de opdrachtgevers heeft geadviseerd om niet aan de overdracht mee te werken totdat alsnog duidelijkheid zou zijn ontstaan over de oorzaak en de aard van de bij de bezichtiging geconstateerde vochtproblematiek. Het hof draagt de makelaar bewijs op van deze stelling en stelt tussentijds cassatieberoep open. HR: 1. Cassatieberoep. Ontvankelijkheid. Eindbeslissing. Het door het middel bestreden oordeel bevat een eindbeslissing omtrent de bewijslast. 2. Bewijslastverdeling. De stelling van de makelaar doet geen beroep op een bevrijdende omstandigheid, maar vormt een onderdeel van zijn betwisting van de stelling van de opdrachtgevers dat de makelaar in zijn zorgplicht is tekortgeschoten. Het is derhalve in beginsel aan de opdrachtgevers om aannemelijk te maken dat die betwisting ongegrond is.