RF 2017/67
Effectenlease. Op welk moment eindigt de stuitende werking van een collectieve actie en begint de termijn van zes maanden zoals bedoeld in art. 3:316 lid 2 BW? (Eisers/ Värde Investments Ltd)
HR 19-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:936
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 mei 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/04201
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS72148:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:936, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑05‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:358, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1075, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑10‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑12‑2014
- Wetingang
Essentie
Effectenlease. Collectieve actie. Stuiting verjaring.
Op welk moment eindigt de stuitende werking van een collectieve actie en begint de termijn van zes maanden zoals bedoeld in art. 3:316 lid 2 BW? Geldt de stuitende werking van de collectieve actie ook voor belanghebbenden die zich niet bij de eisende rechtspersoon hebben aangesloten?
Samenvatting
Eiser is tussen 1998 en 2000 effectenleaseovereenkomsten aangegaan. De opbrengst van de aandelen was onvoldoende om de leningen af te lossen zodat er sprake was van een restschuld. Ten aanzien van de restschuld heeft eiser een regeling getroffen met Dexia ( “Overeenkomst Dexia aanbod”). ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.