Procedurele waarborgen in materiële EVRM-rechten
Einde inhoudsopgave
Procedurele waarborgen in materiële EVRM-rechten 2017/12.1:12.1 Inleiding
Procedurele waarborgen in materiële EVRM-rechten 2017/12.1
12.1 Inleiding
Documentgegevens:
T. de Jong, datum 01-03-2017
- Datum
01-03-2017
- Auteur
T. de Jong
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Staatsrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In de voorgaande hoofdstukken is de toetsingspraktijk ten aanzien van de feitenvaststelling en de omgang met bewijs onder de artikelen 2, 3 en 8 EVRM en 1 EP EVRM uiteengezet. In dit concluderende hoofdstuk volgen de indirecte procedurele implicaties die hieruit zijn af te leiden. Daarnaast wordt gekeken of deze van toegevoegde waarde zijn in relatie tot de procedurele eisen van de artikelen 6 en 13 EVRM.
Om te beginnen volgt een weergave van de bevindingen betreffende de feitenvaststelling (paragraaf 12.2), gevolgd door de conclusies rond de bewijspraktijk van het Hof (paragraaf 12.3). Voorafgaand aan de concluderende slotparagaaf (12.5), wordt stil gestaan bij de potentiële extra waarde van de indirecte procedurele implicaties ten opzichte van de artikelen 6 en 13 EVRM (paragraaf 12.4).