JWB 2009/248
Dwingend bewijs, onderhandse akte
HR 26-06-2009, ECLI:NL:HR:2009:BI1126
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 juni 2009
- Zaaknummer
08/00253
- LJN
BI1126
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Rechter
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BI1126, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑06‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BI1126, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑04‑2009
- Wetingang
Art. 151 Rv; art. 159 lid 2 Rv; art. 81 RO
Essentie
Dwingend bewijs, onderhandse akte
Samenvatting
Casus
De verweerder in cassatie en de eiseres tot cassatie hebben een overeenkomst van geldlening gesloten. Van het geleende bedrag is een klein bedrag aan de verweerder in cassatie kwijtgescholden.
De eiseres tot cassatie heeft de verweerder in cassatie voor de rechter gedagvaard en gevorderd de verweerder in cassatie te veroordelen tot betaling van € 6.510,-, te vermeerderen met rente en kosten. De verweerder in cassatie heeft de vordering bestreden en een vordering in reconventie ingesteld.
Rechtsvraag
In cassatie komt de vraag onder andere aan de orde of een onderhandse akte van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.