NJB 2024/316
Tussenuitspraak. Het hof oordeelt dat een procedure na schorsing en hervatting niet wordt voortgezet tussen eiser E2 en gedaagde G, maar tussen eiser E3 en G. G gaat in cassatie. Hoge Raad: Ten opzichte van G is het bestreden arrest niet een einduitspraak maar een tussenuitspraak. G is immers partij in de procedure gebleven en het hof heeft ten opzichte van G niet reeds door een uitdrukkelijk dictum omtrent enig deel van het gevorderde een einde aan het geding gemaakt.
HR 26-01-2024, ECLI:NL:HR:2024:97
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 januari 2024
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
23/02412
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:97, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑01‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:1117, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑12‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑06‑2023
- Wetingang
Essentie
Tussenuitspraak. Het hof oordeelt dat een procedure na schorsing en hervatting niet wordt voortgezet tussen eiser E2 en gedaagde G, maar tussen eiser E3 en G. G gaat in cassatie. Hoge Raad: Ten opzichte van G is het bestreden arrest niet een einduitspraak maar een tussenuitspraak. G is immers partij in de procedure gebleven en het hof heeft ten opzichte van G niet reeds door een uitdrukkelijk dictum omtrent enig deel van het gevorderde een einde aan het geding gemaakt.
Partij(en)
Dynniq, adv. mr. R.P. Streng, vs. R. Slotboom q.q., curator in het faillissement van ECP, niet verschenen, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.