NJB 2015/1338
Alimentatie. Terugbetalingsverplichting. HR: De rechter die een onderhoudsverplichting verlaagt met ingang van een vóór zijn uitspraak gelegen datum, dient steeds aan de hand van hetgeen ten processe is gebleken te beoordelen in hoeverre een daaruit voortvloeiende terugbetalingsverplichting in redelijkheid kan worden aanvaard
HR 26-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1742
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 juni 2015
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/05209
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1742, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:403, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑04‑2015
- Wetingang
(BW art. 1:392)
Essentie
Alimentatie. Terugbetalingsverplichting. HR: De rechter die een onderhoudsverplichting verlaagt met ingang van een vóór zijn uitspraak gelegen datum, dient steeds aan de hand van hetgeen ten processe is gebleken te beoordelen in hoeverre een daaruit voortvloeiende terugbetalingsverplichting in redelijkheid kan worden aanvaard
Partij(en)
De vrouw, adv. mr. N.C. van Steijn, vs. de man, niet verschenen.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Het geregistreerd partnerschap van partijen is geëindigd door inschrijving van de ontbindingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand. Partijen hebben een in 2005 geboren zoon.
In dit geding heeft de rechtbank op verzoek van de vrouw de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.