NJ 2020/308
Procesrecht. Erfrecht. Vereffening nalatenschap. Beschikking op verzet waartegen slechts cassatieberoep openstaat (art. 4:218 lid 3 en lid 5 BW; art. 187 lid 1 Fw); ambtshalve onderzoek rechtsmiddel; ontvankelijkheid vereffenaar in cassatie?; art. 340 Rv.
HR 17-07-2020, ECLI:NL:HR:2020:1311
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 juli 2020
- Magistraten
Mrs. C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/02029
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS230866:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Erfrecht / Gevolgen erfopvolging
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1311, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑07‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:120, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑02‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑08‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑04‑2019
- Wetingang
Samenvatting
De rechter die op het rechtsmiddel moet beslissen, moet ambtshalve onderzoeken of de bestreden uitspraak vatbaar is voor het ingestelde rechtsmiddel en de bestreden uitspraak zelfstandig kwalificeren (HR 9 oktober 2009, NJ 2009/490). In de eindbeschikking heeft de kantonrechter (anders dan in de tussenbeschikking) uitdrukkelijk overwogen dat het verzoek niet zal worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.