Einde inhoudsopgave
Pensioenwet BES
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Landsverordening ondernemingspensioenfondsen, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
05-10-2010, Stb. 2010, 597 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
1.
Degene, die korter dan vijf jaren aan een pensioenregeling heeft deelgenomen, ontvangt bij het eindigen van zijn deelneming anders dan door overlijden of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd een uitkering ten minste gelijk aan de door hem betaalde bijdragen voor ouderdomspensioen, tenzij hij volgens het pensioenreglement soortgelijke aanspraken kan doen gelden als in het tweede lid bedoeld.
2.
Degene, die tenminste vijf jaren aan een pensioenregeling heeft deelgenomen, verkrijgt bij het eindigen van zijn deelneming anders dan door overlijden of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd een premievrije aanspraak op uitkeringen op de voet van de door en voor hem betaalde en uit hoofde van artikel 2, tweede lid, nog verschuldigde bijdragen voor ouderdomspensioen naarmate de voor pensioeningang vereiste duur van de deelneming is verstreken alsmede een naar redelijkheid vast te stellen premievrije aanspraak op weduwen- of weduwnaarspensioen, indien dat is toegezegd. Hem wordt door het fondsbestuur of de verzekeraar een bewijs daarvan gegeven.
3.
Het pensioenreglement kan ten aanzien van degene, die, voordat hij in de regeling inzake ouderdomspensioen wordt opgenomen, in een andere regeling van de pensioenuitvoerder deelneemt, bepalen, dat voor de toepassing van de vorige leden zijn deelneming aan de pensioenregeling aanvangt op het tijdstip, waarop hij in de regeling inzake ouderdomspensioen wordt opgenomen.
4.
Het pensioenreglement kan bepalen, dat een premievrije aanspraak als in het tweede lid bedoeld vervangen kan worden door de uitbetaling van een bedrag ineens, indien de aanspraak toekomt aan degene, die bij het eindigen van de deelneming of op een later tijdstip ten genoegen van het fondsbestuur aannemelijk maakt binnenkort te zullen emigreren dan wel geëmigreerd te zijn buiten het Koninkrijk.
5.
Het pensioenreglement kan, in plaats van het in het eerste lid bedoelde tijdstip, waarop de deelneming eindigt, een later tijdstip van uitkering noemen, doch niet later dan twee jaren na het eindigen van die deelneming, noch later dan de pensioengerechtigde leeftijd.