JWB 2002/180
Arbeidsovereenkomst; ontslag; opzegging, inroepen nietigheid, vormvereisten
HR 03-05-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AD9599
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 mei 2002
- Zaaknummer
C00/232HR
- LJN
AD9599
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AD9599, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑05‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AD9599, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑05‑2002
- Wetingang
Essentie
Arbeidsovereenkomst; ontslag; opzegging, inroepen nietigheid, vormvereisten
Samenvatting
Casus
Eiseres tot cassatie, GTI Holding, en verweerder in cassatie procederen al lange tijd over een loonvordering van verweerder. Bij arrest van 26 juni 1998, NJ 1998, 766 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat ten tijde van het indienen van de memorie van grieven de termijn van art. 9 BBA voor het inroepen van de nietigheid van het ontslag reeds was verstreken, zodat verweerder toen niet meer bevoegd was de nietigheid van het ontslag in te roepen. Vervolgens heeft de Hoge Raad het geding naar het Hof te Amsterdam verwezen. Het Hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.