RFR 2023/44
Tenuitvoerlegging van de machtiging tot onvrijwillige opname mogelijk wanneer meer dan vier weken na de dagtekening van de machtiging zijn verstreken?
HR 16-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1871
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 december 2022
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
22/02783
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS691295:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1871, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑12‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:967, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑10‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑07‑2022
- Wetingang
Art. 39 lid 7 Wzd
Essentie
Is het mogelijk om de tenuitvoerlegging van een rechterlijke machtiging tot onvrijwillige opname en verblijf op grond van de Wet zorg en dwang op te schorten totdat de betrokkene uit de voorlopige hechtenis is geschorst, ook als daardoor de vier wekentermijn na dagtekening van de machtiging wordt overschreden (art. 39 lid 7 Wzd)?
Samenvatting
Het CIZ heeft de rechtbank verzocht een rechterlijke machtiging tot onvrijwillige opname en verblijf te verlenen voor een betrokkene die zich op dat moment bevond in voorlopige hechtenis. Tijdens de mondelinge behandeling op 28 april 2022 is besproken dat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.