JWB 2011/388
Procesrecht
HR 08-07-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ2315
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 juli 2011
- Zaaknummer
10/02476
- LJN
BQ2315
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ2315, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑07‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ2315, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑04‑2011
- Wetingang
Art. 81 RO
Essentie
Procesrecht
Samenvatting
Casus
In deze zaak stelt verweerster in cassatie eiseres tot cassatie aansprakelijk voor haar RSI-klachten. Het hof heeft geoordeeld dat verweerster in cassatie moet bewijzen dat haar RSI-klachten het gevolg zijn van haar werkzaamheden bij eiseres tot cassatie. Volgens het hof heeft verweerster in cassatie dat bewijs geleverd. Het hof heeft het bewijsaanbod van eiseres tot cassatie gepasseerd zonder er uitdrukkelijk op in te gaan. Tegen het arrest van het hof heeft eiseres tot cassatie beroep in cassatie ingesteld.
Rechtsvraag
Is het bewijsaanbod van eiseres tot cassatie ten onrechte gepasseerd door de rechter?
Beslissing
De in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.