Rb. Limburg, 07-12-2017, nr. 6441282 AZ VERZ 17-140
ECLI:NL:RBLIM:2017:12058
- Instantie
Rechtbank Limburg
- Datum
07-12-2017
- Zaaknummer
6441282 AZ VERZ 17-140
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBLIM:2017:12058, Uitspraak, Rechtbank Limburg, 07‑12‑2017; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Vindplaatsen
AR 2017/6445
AR-Updates.nl 2017-1461
VAAN-AR-Updates.nl 2017-1461
Uitspraak 07‑12‑2017
Inhoudsindicatie
Werknemer wordt in zijn verzoek tot vernietiging van de opzegging met toepassing van art. 7:686a lid 4 onderdeel a BW niet-ontvankelijk verklaard. Het verzoek is niet ontvangen binnen twee maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd.
Partij(en)
RECHTBANK LIMBURG
Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 6441282 AZ VERZ 17-140
Beschikking van de kantonrechter van 7 december 2017
MD
in de zaak:
[verzoeker]
wonend aan de [adres] te [woonplaats]
verzoekende partij
gemachtigde mr. R.G.P. Voragen, advocaat te Heerlen
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SoyBeanCompany b.v.
gevestigd en kantoor houdend te Kerkrade
verwerende partij
vertegenwoordigd door [naam directeur] (directeur) en dhr. [naam medewerker] (medewerker administratie en personeelszaken).
Partijen zullen hierna [verzoeker] respectievelijk SoyBeanCompany genoemd worden.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- een op 1 november 2017 ter griffie ontvangen verzoekschrift met bijlage;
- een verweerschrift met bijlagen;
- de pleitnota met bijlage die de gemachtigde van [verzoeker] op voorhand heeft ingediend, welke op 30 november 2017 ter griffie is ontvangen;
- de reactie met bijlage van SoyBeanCompany;
- het op 5 december 2017 ter griffie ontvangen verzoek om aanhouding van de mondelinge behandeling door de gemachtigde van [verzoeker] , welk verzoek door de kantonrechter is afgewezen;
- de mondelinge behandeling d.d. 5 december 2017.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald.
2. De feiten
2.1.
[verzoeker] , geboren op [geboortedag] 1987, is met ingang van 21 augustus 2017 krachtens arbeidsovereenkomst bij SoyBeanCompany in dienst getreden als medewerker productie.
2.2.
Op 31 augustus 2017 heeft [verzoeker] rond het middaguur de werkplek verlaten en is hij naar het ziekenhuis gegaan. [naam medewerker] heeft diezelfde dag telefonisch contact met [verzoeker] opgenomen. Tijdens dat telefoongesprek is – in ieder geval – door [naam medewerker] aan [verzoeker] meegedeeld dat laatstgenoemde zich met onmiddellijke ingang als ontslagen kon beschouwen. Verder staat vast dat [verzoeker] aan [naam medewerker] te kennen heeft gegeven dat hij ten tijde van dat telefoongesprek in het ziekenhuis was.
2.3.
Bij brief van 1 september 2017 heeft SoyBeanCompany aan [verzoeker] bericht:
“Geachte heer [verzoeker] ,
Zoals telefonisch aan u medegedeeld op 31 augustus 2017 ontvangt u hierbij de schriftelijke bevestiging dat wij uw arbeidscontract bij SoyBeanCompany te Kerkrade per 1 september 2017 hebben beëindigd. Het beëindigen van uw arbeidscontract ligt binnen de met u overeengekomen proeftijd van 1 maand. Wij willen wel graag aangeven waarom wij uw arbeidscontract hebben beëindigd. Wij vinden de inzet die nodig is voor ons productiebedrijf en waar nadrukkelijk over gesproken is tijdens de sollicitatiegesprekken door u onvoldoende waargemaakt is. Wat ons vooral gestoord heeft is dat u ons als werkgever vaker niet goed geïnformeerd heeft op de momenten dat u niet kon komen werken. Terugbelafspraken zijn door u niet altijd nagekomen waardoor wij zelf vaker hebben moeten bellen of u zou komen werken. Ook op woensdag 31 augustus 2017 bent u rondom 12.00u na het roken van een sigaret buiten naar huis gegaan zonder u officieel af te melden. U heeft de continuïteit van ons productiebedrijf in korte tijd een paar keer toch wat in de problemen gebracht en dat is voor ons niet acceptabel. We hebben er ook geen vertrouwen is [sic] dat dit in de toekomst beter gegaan zou zijn.
Hoogachtend,
[naam directeur] ”.
3. Het verzoek en het verweer
3.1.
[verzoeker] verzoekt blijkens zijn verzoekschrift om:
A. te verklaren voor recht dat het gegeven ‘ontslag op staande voet’ aan verzoeker nietig is, althans nietig verklaard wordt, dan wel vernietigd wordt;
B. SoyBeanCompany te veroordelen om aan [verzoeker] het overeengekomen loon te voldoen;
C. SoyBeanCompany te veroordelen tot betaling van de maximale wettelijke verhoging ex art. 7:625 BW;
D. SoyBeanCompany te veroordelen tot vergoeding van de wettelijke rente over de onder B. en C. bedoelde ‘bedragen’ vanaf het opeisbaar worden van die ‘bedragen’ tot de datum van algehele voldoening;
E. SoyBeanCompany te gebieden aan [verzoeker] de loonspecificaties te verstrekken op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 dat SoyBeanCompany hiermee in gebreke blijft;
F. SoyBeanCompany te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2.
Naar de kantonrechter uit de pleitnota en de ter zitting gegeven toelichting begrijpt, verzoekt [verzoeker] vernietiging van de door SoyBeanCompany tijdens de proeftijd gedane onmiddellijke opzegging van de arbeidsovereenkomst, omdat die proeftijd niet in een door [verzoeker] ondertekende versie van de arbeidsovereenkomst is overeengekomen.
3.3.
SoyBeanCompany voert op alle aan de orde gestelde punten gemotiveerd verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1.
In zijn verzoek tot vernietiging van de opzegging moet [verzoeker] met toepassing van art. 7:686a lid 4 onderdeel a BW niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat het verzoek niet is ontvangen binnen twee maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd. Deze vervaltermijn is absoluut en moet indien nodig ambtshalve door de kantonrechter worden toegepast. Ter zitting heeft de kantonrechter aan [verzoeker] gevraagd wat er in het telefoongesprek op 31 augustus 2017 door [naam medewerker] aan hem is meegedeeld. Nu vaststaat dat tijdens dit telefoongesprek aan hem meegedeeld is dat hij per direct is ontslagen (en [verzoeker] dit ook aldus heeft opgevat), is de arbeidsovereenkomst tussen partijen op die datum geëindigd. Het ingediende verzoek tot vernietiging van de opzegging is (blijkens de datumstempel en paraaf van de griffier) ter griffie ontvangen op 1 november 2017 en dat is niet binnen de hiervoor bedoelde termijn van twee maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd. Aan een inhoudelijke beoordeling van de door [verzoeker] verzochte vernietiging van de opzegging wordt daardoor niet meer toegekomen. De kantonrechter constateert overigens dat in brief van de griffier aan de gemachtigde van [verzoeker] d.d. 3 november 2017, waarin de griffier de ontvangst van het verzoekschrift van [verzoeker] heeft bevestigd, 3 november 2017 als datum wordt vermeld waarop het onderhavige verzoekschrift ter griffie is ontvangen. Alhoewel die datum dus niet correspondeert met de datumstempel en paraaf van de griffier op het verzoekschrift (1 november 2017), is [verzoeker] door die onjuiste datum in de brief van de griffier niet in zijn belangen geschaad: indien al van 3 november 2017 zou moeten worden uitgegaan, dan is a fortiori het verzoek niet binnen de termijn van art. art. 7:686a lid 4 onderdeel a BW ter griffie ontvangen.
4.2.
[verzoeker] is mitsdien niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst. Aan een beoordeling van de daarmee samenhangende verzoeken, zoals die in rechtsoverweging 3.1. zijn weergegeven, wordt aldus niet meer toegekomen. In dit verband staat overigens vast de loonspecificaties waarvan [verzoeker] afgifte heeft verzocht, inmiddels door SoyBeanCompany zijn verstrekt.
4.3.
[verzoeker] dient als de geheel in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten te worden verwezen. Omdat SoyBeanCompany niet is bijgestaan door een (professionele) gemachtigde, worden die kosten door de kantonrechter ambtshalve begroot op € 50,00.
5. De beslissing
De kantonrechter komt aldus tot het navolgende oordeel:
5.1.
[verzoeker] wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoeken.
5.2.
[verzoeker] wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van SoyBeanCompany tot de datum van deze beschikking bepaald op een bedrag van € 50,00.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.W.M.A. Staal en is in het openbaar uitgesproken.