RvdW 2018/234
Verduistering van een kaart en passen op naam van een ander dan verdachte gesteld die zijn aangetroffen tussen de bezittingen van verdachte en niet eigener beweging zijn afgeleverd bij bijvoorbeeld ‘gevonden voorwerpen’ dan wel de politie terwijl hij deze (gevonden) goederen al langere tijd in zijn bezit had.
HR 30-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:121
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 januari 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
16/03544
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:121, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1499, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑12‑2017
Essentie
Verduistering van een kaart en passen op naam van een ander dan verdachte gesteld die zijn aangetroffen tussen de bezittingen van verdachte en niet eigener beweging zijn afgeleverd bij bijvoorbeeld ‘gevonden voorwerpen’ dan wel de politie terwijl hij deze (gevonden) goederen al langere tijd in zijn bezit had.
Partij(en)
30 januari 2018
Strafkamer
nr. S 16/03544
EC/NA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 8 juli 2016, nummer 23/003903-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978.