NJB 2017/383
Niet-ontvankelijkverklaring hoger beroep ingevolge art. 416 lid 2 Sv nadat kennelijk eerst een verzoek tot aanhouding van de behandeling van de zaak door het hof is afgewezen: met het oog op onder meer het belang van het recht op verdediging, had het hof die afwijzing met redenen behoren te omkleden. Volgt vernietiging en terugwijzing. A-G: anders
HR 31-01-2017, ECLI:NL:HR:2017:118
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 januari 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink, A.L.J. van Strien, E.F. Faase
- Zaaknummer
15/02567
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:118, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑01‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1445, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑12‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑06‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑01‑2016
- Wetingang
(art. 416 Sv)
Essentie
Niet-ontvankelijkverklaring hoger beroep ingevolge art. 416 lid 2 Sv nadat kennelijk eerst een verzoek tot aanhouding van de behandeling van de zaak door het hof is afgewezen: met het oog op onder meer het belang van het recht op verdediging, had het hof die afwijzing met redenen behoren te omkleden. Volgt vernietiging en terugwijzing. A-G: anders
Uitspraak
Inleiding:
Het middel klaagt onder meer dat het hof heeft verzuimd gemotiveerd te beslissen op een verzoek tot aanhouding van de behandeling van de zaak.
De procesgang is, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.