Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (lidstaten van de Europese Unie) en de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie
Slotakte
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2004
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 2003, 121).
- Bronpublicatie:
16-04-2003, Trb. 2003, 74 (uitgifte: 27-05-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2003, Trb. 2003, 74 (uitgifte: 27-05-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
I. Tekst van de Slotakte
De Gevolmachtigden van:
Zijne Majesteit de Koning der Belgen,
de President van de Tsjechische Republiek,
Hare Majesteit de Koningin van Denemarken,
de President van de Bondsrepubliek Duitsland,
de President van de Republiek Estland,
de President van de Helleense Republiek,
Zijne Majesteit de Koning van Spanje,
de President van de Franse Republiek,
de President van Ierland,
de President van de Italiaanse Republiek,
de President van de Republiek Cyprus,
de President van de Republiek Letland,
de President van de Republiek Litouwen,
Zijne Koninklijke Hoogheid de Groothertog van Luxemburg,
de President van de Republiek Hongarije,
de President van Malta,
Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden,
de Federale President van de Republiek Oostenrijk,
de President van de Republiek Polen,
de President van de Portugese Republiek,
de President van de Republiek Slovenië,
de President van de Slowaakse Republiek,
de President van de Republiek Finland,
de Regering van het Koninkrijk Zweden,
Hare Majesteit de Koningin van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
In Athene bijeen op zestien april Anno Domini 2003 ter gelegenheid van de ondertekening van het Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (lidstaten van de Europese Unie) en de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie,
Hebben er akte van genomen dat de volgende teksten zijn opgesteld en aangenomen in de Conferentie tussen de lidstaten van de Europese Unie en de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie.
- I.
het Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (lidstaten van de Europese Unie) en de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie;
- II.
de akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond;
- III.
de onderstaande teksten die zijn gehecht aan de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond:
- A
Bijlage I:
Lijst van de bepalingen van het Schengenaquis zoals dat in het kader van de Europese Unie is opgenomen en de daarop voortbouwende of op een andere wijze daaraan gerelateerde rechtsbesluiten die vanaf de toetreding bindend en toepasselijk zijn in de nieuwe lidstaten (bedoeld in artikel 3 van de Toetredingsakte)
Bijlage II:
Lijst bedoeld in artikel 20 van de Toetredingsakte
Bijlage III:
Lijst bedoeld in artikel 21 van de Toetredingsakte
Bijlage IV:
Lijst bedoeld in artikel 22 van de Toetredingsakte; Aanhangsel
Bijlage V:
Lijst bedoeld in artikel 24 van de Toetredingsakte: Tsjechische Republiek; Aanhangsels A en B
Bijlage VI:
Lijst bedoeld in artikel 24 van de Toetredingsakte: Estland
Bijlage VII:
Lijst bedoeld in artikel 24 van de Toetredingsakte: Cyprus; Aanhangsel
Bijlage VIII:
Lijst bedoeld in artikel 24 van de Toetredingsakte: Letland; Aanhangsels A en B
Bijlage IX:
Lijst bedoeld in artikel 24 van de Toetredingsakte: Litouwen; Aanhangsels A en B
Bijlage X:
Lijst bedoeld in artikel 24 van de Toetredingsakte: Hongarije; Aanhangsels A en B
Bijlage XI:
Lijst bedoeld in artikel 24 van de Toetredingsakte: Malta; Aanhangsels A, B en C
Bijlage XII:
Lijst bedoeld in artikel 24 van de Toetredingsakte: Polen; Aanhangsels A, B en C
Bijlage XIII:
Lijst bedoeld in artikel 24 van de Toetredingsakte: Slovenië; Aanhangsels A en B
Bijlage XIV:
Lijst bedoeld in artikel 24 van de Toetredingsakte: Slowakije; Aanhangsel
Bijlage XV:
Lijst bedoeld in artikel 32, lid 1, van de Toetredingsakte
Bijlage XVI:
Lijst bedoeld in artikel 52, lid 1, van de Toetredingsakte
Bijlage XVII:
Lijst bedoeld in artikel 52, lid 2, van de Toetredingsakte
Bijlage XVIII:
Lijst bedoeld in artikel 52, lid 3, van de Toetredingsakte
- B.
Protocol nr. 1 betreffende wijzigingen van de statuten van de Europese Investeringsbank
Protocol nr. 2 betreffende de herstructurering van de Tsjechische ijzeren staalindustrie
Protocol nr. 3 betreffende de zones van Cyprus die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-lerland vallen
Protocol nr. 4 betreffende de kerncentrale van Ignalina in Litouwen
Protocol nr. 5 betreffende de doorreis van personen over land tussen de regio Kaliningrad en andere delen van de Russische Federatie
Protocol nr. 6 inzake het verwerven van tweede woningen in Malta
Protocol nr. 7 over abortus in Malta
Protocol nr. 8 betreffende de herstructurering van de Poolse ijzer- en staalindustrie
Protocol nr. 9 betreffende reactor 1 en reactor 2 van de V 1-kerncentrale van Bohunice in Slowakije
Protocol nr. 10 betreffende Cyprus
- C.
De teksten van het Verdrag betreffende de Europese Unie, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, alsmede de Verdragen waarbij zij zijn gewijzigd of aangevuld, met inbegrip van het Verdrag betreffende de toetreding van het Koninkrijk Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland tot de Europese Economische Gemeenschap en tot de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, het Verdrag betreffende de toetreding van de Helleense Republiek tot de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, het Verdrag betreffende de toetreding van het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek tot de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie, in de Estse, Hongaarse, Letse, Litouwse, Maltese, Poolse, Slowaakse, Sloveense en Tsjechische taal.
De Hoge Verdragsluitende Partijen verbinden zich ertoe de Commissie en elkaar alle voor de toepassing van de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden en de aanpassing der verdragen vereiste informatie toe te zenden. Waar nodig, zal die informatie tijdig vóór de toetredingsdatum worden verstrekt, zodat de Akte vanaf de toetredingsdatum integraal kan worden toegepast, in het bijzonder wat betreft de werking van de interne markt. De Commissie kan de nieuwe Verdragsluitende Partijen in kennis stellen van het tijdstip dat zij passend acht voor de ontvangst of de toezending van andere specifieke informatie. Voor de dag van ondertekening hebben de Verdragsluitende Partijen een lijst ontvangen met de verplichtingen op informatiegebied voor veterinaire vraagstukken.
II. Verklaringen aangenomen door de gevolmachtigden
Voorts hebben de Gevolmachtigden hun goedkeuring gehecht aan de volgende, aan deze Slotakte gehechte verklaringen.
- 1.
Gemeenschappelijke verklaring: Één Europa
- 2.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
1. Gemeenschappelijke verklaring: Één Europa
Het is vandaag een belangrijke dag voor Europa. Wij hebben thans de toetredingsonderhandelingen tussen de Europese Unie en Cyprus, Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slowakije en Slovenië afgesloten. 75 miljoen mensen zullen als nieuwe burgers van de Europese Unie worden verwelkomd.
Wij, de huidige en de toetredende lidstaten, betuigen onze volledige steun voor het continue, alomvattende en onomkeerbare uitbreidingsproces. De toetredingsonderhandelingen met Bulgarije en Roemenië zullen worden voortgezet op basis van dezelfde beginselen die tot nu toe aan de onderhandelingen ten grondslag hebben gelegen. Aan de resultaten die in deze onderhandelingen reeds zijn bereikt, zal niet worden getornd. Naar gelang van de vooruitgang die wordt geboekt bij het voldoen aan de lidmaatschapscriteria is het de bedoeling Bulgarije en Roemenië in 2007 als nieuwe leden van de Europese Unie te verwelkomen. Wij zijn ook verheugd over de belangrijke besluiten die vandaag zijn genomen over de volgende fase van de kandidatuur van Turkije voor het lidmaatschap van de Europese Unie.
Het is onze gemeenschappelijke wens Europa tot een continent van democratie, vrijheid, vrede en vooruitgang te maken. De Unie blijft vastbesloten nieuwe scheidslijnen in Europa te vermijden, en stabiliteit en voorspoed binnen en buiten de nieuwe grenzen van de Unie te bevorderen. Wij verheugen ons op de samenwerking in ons gemeenschappelijke streven om dit doel te bereiken.
Ons doel is één Europa.
België | Tsjechië | Denemarken |
Duitsland | Estland | Griekenland |
Spanje | Frankrijk | Ierland |
Italië | Cyprus | Letland |
Litouwen | Luxemburg | Hongarije |
Malta | Nederland | Oostenrijk |
Polen | Portugal | Slovenië |
Slowakije | Finland | Zweden |
Verenigd Koninkrijk |
2. Gemeenschappelijke verklaring betreffende het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
Overeenkomstig artikel 222 van het EG-Verdrag en artikel 138 van het Euratom-Verdrag kan de Raad, indien het Hof van Justitie daarom verzoekt, met eenparigheid van stemmen het aantal advocaten-generaal verhogen. Voor het overige zullen de nieuwe lidstaten in de bestaande toerbeurtregeling voor hun benoeming worden opgenomen.
III. Andere verklaringen
De Gevolmachtigden hebben nota genomen van de volgende verklaringen die zijn afgelegd en aan deze Slotakte zijn gehecht:
- A.
Gemeenschappelijke verklaringen: de huidige lidstaten/Estland
- 3.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende de jacht op bruine beren in Estland
- B.
Gemeenschappelijke verklaringen: Diverse huidige lidstaten/diverse nieuwe lidstaten
- 4.
Gemeenschappelijke verklaring van de Tsjechische Republiek en de Republiek Oostenrijk over hun bilaterale overeenkomst betreffende de kerncentrale van Temelin
- C.
Gemeenschappelijke verklaringen van de huidige lidstaten
- 5.
Verklaring inzake plattelandsontwikkeling
- 6.
Verklaring betreffende het vrije verkeer van werknemers: Tsjechië
- 7.
Verklaring betreffende het vrije verkeer van werknemers: Estland
- 8.
Verklaring betreffende olieschalie, de interne markt voor elektriciteit en Richtlijn 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (elektriciteitsrichtlijn): Estland
- 9.
Verklaring met betrekking tot de Estse en de Litouwse visserijactiviteiten in de zone rond Spitsbergen
- 10.
Verklaring betreffende het vrije verkeer van werknemers: Letland
- 11.
Verklaring betreffende het vrije verkeer van werknemers: Litouwen
- 12.
Verklaring over de doorreis van personen over land tussen de regio Kaliningrad en andere delen van de Russische Federatie
- 13.
Verklaring betreffende het vrije verkeer van werknemers: Hongarije
- 14.
Verklaring betreffende het vrije verkeer van werknemers: Malta
- 15.
Verklaring betreffende het vrije verkeer van werknemers: Polen
- 16.
Verklaring betreffende het vrije verkeer van werknemers: Slovenië
- 17.
Verklaring over de ontwikkeling van het trans-Europese netwerk in Slovenië
- 18.
Verklaring betreffende het vrije verkeer van werknemers: Slowakije
- D.
Gemeenschappelijke verklaringen van verschillende van de huidige lidstaten
- 19.
Gemeenschappelijke verklaring van de Bondsrepubliek Duitsland en de Republiek Oostenrijk betreffende het vrije verkeer van werknemers: Tsjechië, Estland, Hongarije, Litouwen, Letland, Polen, Slovenië en Slowakije.
- 20.
Gemeenschappelijke verklaring van de Bondsrepubliek Duitsland en de Republiek Oostenrijk over het toezicht op nucleaire veiligheid
- E.
Algemene gemeenschappelijke verklaring van de huidige lidstaten
- 21.
Algemene gemeenschappelijke verklaring
- F.
Gemeenschappelijke verklaringen van diverse nieuwe lidstaten
- 22.
Gemeenschappelijke verklaring van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Litouwen, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek over artikel 38 van de Toetredingsakte
- 23.
Gemeenschappelijke verklaring van de Republiek Hongarije en de Republiek Slovenië over bijlage X, Hoofdstuk 7, punt 1, onder a, ii, en bijlage XIII, Hoofdstuk 6, punt 1, onder a, i, van de Akte van Toetreding
- G.
Verklaringen van de Tsjechische Republiek
- 24.
Verklaring van de Tsjechische Republiek betreffende het vervoersbeleid
- 25.
Verklaring van de Tsjechische Republiek betreffende werknemers
- 26.
Verklaring van Tsjechië betreffende artikel 35 van het EU-Verdrag
- H.
Verklaringen van de Republiek Estland
- 27.
Verklaring van de Republiek Estland betreffende de staalindustrie
- 28.
Verklaring van de Republiek Estland betreffende de visserij
- 29.
Verklaring van de Republiek Estland betreffende de Visserijcommissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC)
- 30.
Verklaring van de Republiek Estland betreffende de voedselveiligheid
- I.
Verklaringen van de Republiek Letland
- 31.
Verklaring van de Republiek Letland betreffende de stemmenweging in de Raad
- 32.
Verklaring van de Republiek Letland betreffende de visserij
- 33.
Verklaring van de Republiek Letland betreffende artikel 142 bis van Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het Gemeenschapsmerk
- J.
Verklaring van de Republiek Litouwen
- 34.
Verklaring van de Republiek Litouwen met betrekking tot de Litouwse visserijactiviteiten in het gereglementeerde gebied van de Visserijcommissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC)
- K.
Verklaringen van de Republiek Malta
- 35.
Verklaring van de Republiek Malta betreffende neutraliteit
- 36.
Verklaring van de Republiek Malta betreffende het eiland Gozo
- 37.
Verklaring van de Republiek Malta betreffende de handhaving van een BTW-nultarief
- L.
Verklaringen van de Republiek Polen
- 38.
Verklaring van de Republiek Polen betreffende het concurrentievermogen van de Poolse productie van bepaalde soorten vruchten
- 39.
Verklaring van de Regering van de Republiek Polen over de openbare zedelijkheid
- 40.
Verklaring van de Regering van de Republiek Polen over de uitlegging van de vrijstelling van de voorschriften van Richtlijn 2001/82/EG en Richtlijn 2001/83/EG
- M.
Verklaringen van de Republiek Slovenië
- 41.
Verklaring van de Republiek Slovenië over de toekomstige regionale indeling van de Republiek Slovenië
- 42.
Verklaring van de Republiek Slovenië over de Sloveense inheemse bijensoort Apis mellifera Carnica (kranjska čebela)
- N.
Verklaringen van de Europese Commissie
- 43.
Verklaring van de Europese Commissie over de algemene economische vrijwaringsclausule, de vrijwaringsclausule voor de interne markt en de vrijwaringsclausule op het gebied van justitie en binnenlandse zaken
- 44.
Verklaring van de Europese Commissie over de conclusies van de toetredingsconferentie met Letland
A. Gemeenschappelijke verklaringen: De huidige Lidstaten/Estland
3. Gemeenschappelijke verklaring betreffende de jacht op bruine beren in Estland
Wat bruine beren betreft, zal Estland de voorschriften van Richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (de habitatrichtlijn) volledig naleven. Estland zal uiterlijk bij de toetreding een stelsel van strikte bescherming instellen dat voldoet aan artikel 12 van die richtlijn.
Hoewel de algemene jacht op bruine beren niet kan worden toegestaan, merkt de Conferentie op dat Estland op grond van artikel 16, lid 1, van de habitatrichtlijn de jacht op bruine beren in bepaalde omstandigheden mag toestaan, met inachtneming van de procedures van artikel 16, leden 2 en 3.
B. Gemeenschappelijke verklaringen: diverse huidige lidstaten/diverse nieuwe lidstaten
4. Gemeenschappelijke verklaring van de Tsjechische Republiek en de Republiek Oostenrijk over hun bilaterale overeenkomst betreffende de kerncentrale van Temelin
De Tsjechische Republiek en de Republiek Oostenrijk zullen hun bilaterale verplichtingen uit hoofde van de onderling overeengekomen conclusies van het proces van Melk en de follow-up daarvan van 29 november 2001 nakomen.
C. Gemeenschappelijke verklaringen van de huidige lidstaten
5. Verklaring inzake plattelandsontwikkeling
Wat betreft het beleid inzake plattelandsontwikkeling voor de nieuwe lidstaten uit hoofde van het tijdelijk instrument voor plattelandsontwikkeling, gefinancierd door het EOGFL, Afdeling Garantie, neemt de Unie er nota van dat de volgende bedragen voor elke van de nieuwe lidstaten te verwachten zijn:
Initiële toewijzing (in miljoen euro) | ||||
---|---|---|---|---|
2004 | 2005 | 2006 | 2004–2006 | |
Tsjechië | 147,9 | 161,6 | 172,0 | 481,5 |
Estland | 41,0 | 44,8 | 47,7 | 133,5 |
Cyprus | 20,3 | 22,2 | 23,9 | 66,4 |
Letland | 89,4 | 97,7 | 103,9 | 291,0 |
Litouwen | 133,4 | 145,7 | 155,1 | 434,2 |
Hongarije | 164,2 | 179,4 | 190,8 | 534,4 |
Malta | 7,3 | 8,0 | 8,5 | 23,8 |
Polen | 781,2 | 853,6 | 908,2 | 2 543,0 |
Slovenië | 76,7 | 83,9 | 89,2 | 249,8 |
Slowakije | 108,2 | 118,3 | 125,8 | 352,3 |
Totaal | 1 570,0 | 1 715,0 | 1 825,0 | 5 110,0 |
6. Verklaring betreffende het vrije verkeer van werknemers: Tsjechië
De EU benadrukt de sterke elementen van differentiatie en flexibiliteit in de regeling voor het vrije verkeer van werknemers. De lidstaten zullen ernaar streven de toegang tot de arbeidsmarkt krachtens de nationale wetgeving voor Tsjechische staatsburgers te verruimen, teneinde de aanpassing aan het acquis te bespoedigen. Als consequentie daarvan moet de werkgelegenheid voor Tsjechische staatsburgers in de EU bij de toetreding van Tsjechië aanzienlijk toenemen. Bovendien zullen de lidstaten van de EU de voorgestelde regeling zo goed mogelijk benutten om het acquis op het gebied van het vrije verkeer van werknemers zo spoedig mogelijk volledig toe te passen.
7. Verklaring betreffende het vrije verkeer van werknemers: Estland
De EU benadrukt de sterke elementen van differentiatie en flexibiliteit in de regeling voor het vrije verkeer van werknemers. De lidstaten zullen ernaar streven de toegang tot de arbeidsmarkt krachtens de nationale wetgeving voor Estse staatsburgers te verruimen, teneinde de aanpassing aan het acquis te bespoedigen. Als consequentie daarvan moet de werkgelegenheid voor Estse staatsburgers in de EU bij de toetreding van Estland aanzienlijk toenemen. Bovendien zullen de lidstaten van de EU de voorgestelde regeling zo goed mogelijk benutten om het acquis op het gebied van het vrije verkeer van werknemers zo spoedig mogelijk volledig toe te passen.
8. Verlaring betreffende olieschalie, de interne markt voor elektriciteit en Richtlijn 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (Electriciteitsrichtlijn): Estland
De Unie zal er nauwlettend op toezien dat Estland zijn toezeggingen gestand doet, met name wat betreft de verdere voorbereiding op de interne energiemarkt (herstructurering van de olieschaliesector en van de elektriciteitssector, wetgeving, versterking van de inspectiedienst voor de energiemarkt, enz.).
De Unie attendeert Estland op de conclusies van de Europese Raden van Lissabon en Barcelona, waarin ertoe opgeroepen wordt de liberalisering te bespoedigen in onder andere de sectoren gas en elektriciteit, met het doel op deze gebieden tot een volledig operationele interne markt te komen; zij neemt nota van de verklaringen die Estland dienaangaande heeft afgelegd op 27 mei 2002 in de context van de toetredingsonderhandelingen. Onverminderd de noodzaak van een spoedige inwerkingtreding van een operationele interne elektriciteitsmarkt, neemt de Unie er nota van dat Estland zijn standpunt omtrent toekomstige wetgevende ontwikkelingen op dit gebied in beraad houdt. De Unie erkent in dit verband de specifieke situatie met betrekking tot de herstructurering van de olieschaliesector, die nog tot eind 2012 bijzondere inspanningen zal vergen, alsmede de noodzaak van een geleidelijke openstelling van de Estse elektriciteitsmarkt voor niet-huishoudelijke verbruikers tot aan die datum.
De Unie merkt op dat met het oog op de beperking van mogelijke concurrentieverstoringen op de interne elektriciteitsmarkt eventueel vrijwaringsmechanismen, zoals de wederkerigheidsclausule van Richtlijn 96/92/EG, zullen moeten worden toegepast.
De Commissie zal nauwlettend toezien op de ontwikkeling van de elektriciteitsproductie en op eventuele veranderingen op de elektriciteitsmarkt van Estland en de buurlanden.
Onverminderd het voorgaande, kan elke lidstaat vanaf 2009 de Commissie verzoeken om de ontwikkeling van de elektriciteitsmarkten van het Oostzeegebied te evalueren. Op basis van deze evaluatie, met volledige inachtneming van het unieke karakter van olieschalie en van de sociale en economische overwegingen in verband met de winning, de productie en het verbruik van olieschalie in Estland, en rekening houdend met de doelstellingen van de Gemeenschap op het gebied van de elektriciteitsmarkt, brengt de Commissie bij de Raad verslag uit, en doet zij passende aanbevelingen.
9. Verklaring met betrekking tot de Estse en de Litouwse visserijactiviteiten in de zone rond Spitsbergen
De Europese Gemeenschap is gecommitteerd aan de handhaving van een gezond beheer gebaseerd op duurzame instandhouding en optimaal gebruik van de visbestanden in de wateren rond Spitsbergen, en verklaart bereid te zijn het huidige door de Europese Gemeenschap en door Estland en Litouwen toegepaste beheerssysteem voort te zetten.
10. Verklaring betreffende het vrije verkeer van werknemers: Letland
De EU benadrukt de sterke elementen van differentiatie en flexibiliteit in de regeling voor het vrije verkeer van werknemers. De lidstaten zullen ernaar streven de toegang tot de arbeidsmarkt krachtens de nationale wetgeving voor Letse staatsburgers te verruimen, teneinde de aanpassing aan het acquis te bespoedigen. Als consequentie daarvan moet de werkgelegenheid voor Letse staatsburgers in de EU bij de toetreding van Letland aanzienlijk toenemen. Bovendien zullen de lidstaten van de EU de voorgestelde regeling zo goed mogelijk benutten om het acquis op het gebied van het vrije verkeer van werknemers zo spoedig mogelijk volledig toe te passen.
11. Verklaring betreffende het vrije verkeer van werknemers: Litouwen
De EU benadrukt de sterke elementen van differentiatie en flexibiliteit in de regeling voor het vrije verkeer van werknemers. De lidstaten zullen ernaar streven de toegang tot de arbeidsmarkt krachtens de nationale wetgeving voor Litouwse staatsburgers te verruimen, teneinde de aanpassing aan het acquis te bespoedigen. Als consequentie daarvan moet de werkgelegenheid voor Litouwse staatsburgers in de EU bij de toetreding van Litouwen aanzienlijk toenemen. Bovendien zullen de lidstaten van de EU de voorgestelde regeling zo goed mogelijk benutten om het acquis op het gebied van het vrije verkeer van werknemers zo spoedig mogelijk volledig toe te passen.
12. Verklaring over de doorreis van personen over land tussen de regio Kaliningrad en andere delen van de Russische federatie
De Gemeenschap zal Litouwen bijstaan in zijn streven om zo spoedig mogelijk aan de voorwaarden voor volledige deelname aan het Schengenacquis te voldoen, zodat Litouwen bij de eerste groep van nieuwe lidstaten is die ten volle deelneemt aan het Schengenacquis. Volledige deelname wordt afhankelijk gesteld van een objectieve beoordeling of aan alle noodzakelijke voorwaarden van het Schengenacquis voldaan is.
13. Verklaring betreffende het vrije verkeer van werknemers: Hongarije
De EU benadrukt de sterke elementen van differentiatie en flexibiliteit in de regeling voor het vrije verkeer van werknemers. De lidstaten zullen ernaar streven de toegang tot de arbeidsmarkt krachtens de nationale wetgeving voor Hongaarse staatsburgers te verruimen, teneinde de aanpassing aan het acquis te bespoedigen. Als consequentie daarvan moet de werkgelegenheid voor Hongaarse staatsburgers in de EU bij de toetreding van Hongarije aanzienlijk toenemen. Bovendien zullen de lidstaten van de EU de voorgestelde regeling zo goed mogelijk benutten om het acquis op het gebied van het vrije verkeer van werknemers zo spoedig mogelijk volledig toe te passen.
14. Verklaring betreffende het vrije verkeer van werknemers: Malta
Indien de toetreding van Malta problemen doet rijzen in verband met het vrije verkeer van werknemers, dan kunnen die problemen aan de instellingen van de Unie worden voorgelegd om er een oplossing voor te vinden. Deze oplossing moet strikt overeenstemmen met de bepalingen van de Verdragen (met inbegrip van die van het Verdrag betreffende de Europese Unie) en de krachtens de Verdragen vastgestelde bepalingen, met name die betreffende het vrije verkeer van werknemers.
15. Verklaring betreffende het vrije verkeer van werknemers: Polen
De EU benadrukt de sterke elementen van differentiatie en flexibiliteit in de regeling voor het vrije verkeer van werknemers. De lidstaten zullen ernaar streven de toegang tot de arbeidsmarkt krachtens de nationale wetgeving voor Poolse staatsburgers te verruimen, teneinde de aanpassing aan het acquis te bespoedigen. Als consequentie daarvan moet de werkgelegenheid voor Poolse staatsburgers in de EU bij de toetreding van Polen aanzienlijk toenemen. Bovendien zullen de lidstaten van de EU de voorgestelde regeling zo goed mogelijk benutten om het acquis op het gebied van het vrije verkeer van werknemers zo spoedig mogelijk volledig toe te passen.
16. Verklaring betreffende het vrije verkeer van werknemers: Slovenië
De EU benadrukt de sterke elementen van differentiatie en flexibiliteit in de regeling voor het vrije verkeer van werknemers. De lidstaten zullen ernaar streven de toegang tot de arbeidsmarkt krachtens de nationale wetgeving voor Sloveense staatsburgers te verruimen, teneinde de aanpassing aan het acquis te bespoedigen. Als consequentie daarvan moet de werkgelegenheid voor Sloveense staatsburgers in de EU bij de toetreding van Slovenië aanzienlijk toenemen. Bovendien zullen de lidstaten van de EU de voorgestelde regeling zo goed mogelijk benutten om het acquis op het gebied van het vrije verkeer van werknemers zo spoedig mogelijk volledig toe te passen.
17. Verklaring over de ontwikkeling van het trans-Europese netwerk in Slovenië
De Unie herinnert aan het belang van de vervoersinfrastructuur in Slovenië voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnetwerk, en zal daar naar behoren rekening mee houden bij de bepaling van projecten van gemeenschappelijk belang overeenkomstig artikel 155 van het EG-Verdrag.
18. Verklaring betreffende het vrije verkeer van werknemers: Slowakije
De EU benadrukt de sterke elementen van differentiatie en flexibiliteit in de regeling voor het vrije verkeer van werknemers. De lidstaten zullen ernaar streven de toegang tot de arbeidsmarkt krachtens de nationale wetgeving voor Slowaakse staatsburgers te verruimen, teneinde de aanpassing aan het acquis te bespoedigen. Als consequentie daarvan moet de werkgelegenheid voor Slowaakse staatsburgers in de EU bij de toetreding van Slowakije aanzienlijk toenemen. Bovendien zullen de lidstaten van de EU de voorgestelde regeling zo goed mogelijk benutten om het acquis op het gebied van het vrije verkeer van werknemers zo spoedig mogelijk volledig toe te passen.
D. Gemeenschappelijke verklaringen van verschillende van de huidige lidstaten
19. Gemeenschappelijke verklaring van de Bondsrepubliek Duitsland en de Republiek Oostenrijk betreffende het vrije verkeer van werknemers: Tsjechië, Estland, Hongarije, Litouwen, Letland, Polen, Slovenië, Slowakije
De tekst van punt 13 van de overgangsmaatregelen voor het vrije verkeer van werknemers overeenkomstig Richtlijn 96/71/EG in de bijlagen V, VI, VIII, IX, X, XII, XIII en XIV wordt door de Bondsrepubliek Duitsland en de Republiek Oostenlijk[lees: Oostenrijk] in overleg met de Commissie uitgelegd als implicerend dat ‘bepaalde regio's’ in voorkomend geval ook het gehele nationale grondgebied kan omvatten.
20. Gemeenschappelijke verklaring van de Bondsrepubliek Duitsland en de Republiek Oostenrijk over het toezicht op nucleaire veiligheid
De Bondsrepubliek Duitsland en de Republiek Oostenrijk benadrukken het belang van de voortzetting van het toezicht op de uitvoering van de aanbevelingen voor een verbeterde nucleaire veiligheid in de toetredende lidstaten, overeenkomstig de bevindingen van de Raad Algemene Zaken en Buitenlandse Betrekkingen van 10 december 2002, totdat er resultaat is geboekt.
E. Algemene gemeenschappelijke verklaring van de huidige lidstaten
21. Algemene gemeenschappelijke verklaring
De huidige lidstaten beklemtonen dat de aan deze Slotakte gehechte verklaringen niet mogen worden uitgelegd of toegepast op een wijze die strijdig is met de verplichtingen van de lidstaten die voortvloeien uit het Toetredingsverdrag en de Toetredingsakte.
De huidige lidstaten nemen er nota van dat de Commissie het bovenstaande volledig onderschrijft.
F. Gemeenschappelijke verklaringen van diverse nieuwe lidstaten
22. Gemeenschappelijke verklaring van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Litouwen, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek over artikel 38 van de Toetredingsakte
1
De Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Litouwen, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek gaan ervan uit dat het begrip ‘niet-naleving door een nieuwe lidstaat van in het kader van de toetredingsonderhandelingen aangegane verbintenissen’ alleen slaat op de uit de oorspronkelijke verdragen voortvloeiende verplichtingen die gelden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Litouwen, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, onder de in de Toetredingsakte vastgestelde voorwaarden, en de in deze Akte neergelegde verplichtingen.
De Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Litouwen, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek gaan er derhalve van uit dat de Commissie de toepassing van artikel 38 alleen zal overwegen in gevallen van beweerde schendingen van de in de vorige alinea bedoelde verplichtingen.
2
De Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Litouwen, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek gaan ervan uit dat artikel 38 geen afbreuk doet aan de rechtsmacht van het Hof van Justitie zoals die is omschreven in artikel 230 van het EG-Verdrag inzake door de Commissie overeenkomstig artikel 38 ingestelde beroepen.
3
De Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Litouwen, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek gaan ervan uit dat de Commissie, alvorens te besluiten tot toepassing ten aanzien van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Litouwen, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek van de maatregelen waarin artikel 38 voorziet, de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Litouwen, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek de mogelijkheid zal bieden hun mening en standpunt uiteen te zetten, overeenkomstig de verklaring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen betreffende de algemene vrijwaringsclausule, de vrijwaringsclausule voor de interne markt en de vrijwaringsclausule op het gebied van justitie en binnenlandse zaken die aan deze Slotakte is gehecht.
23. Gemeenschappelijke verklaring van de Republiek Hongarije en de Republiek Slovenië over Bijlage X, Hoofdstuk 7, punt 1, onder a), ii), en Bijlage XIII, Hoofdstuk 6, punt 1, onder a), i), van de Akte van Toetreding
Indien de in artikel 28, lid 1, van de zesde BTW-richtlijn bedoelde overgangsperiode medio 2007 niet is vervangen door een definitieve regeling en het voorstel ter vervanging ervan nog niet in een zodanige fase is gekomen dat vervanging voor eind 2007 mogelijk is, zullen de Republiek Hongarije en de Republiek Slovenië de Commissie verzoeken bij de Raad een verslag in te dienen over de werking van de overgangsregeling als bedoeld in bijlage X, hoofdstuk 7, punt 1, onder a), ii), en bijlage XIII, hoofdstuk 6, punt 1, onder a), i), van de Akte van Toetreding, dat te gelegener tijd dient te worden opgesteld. Dat verslag dient rekening te houden met de goede werking van de interne markt en met eventuele nadelige gevolgen voor de sector restauratiediensten in de Republiek Hongarije en de Republiek Slovenië, in het bijzonder banenverlies, een toename van zwart werk, en de mate waarin de prijzen van restauratiediensten voor de eindverbruiker toenemen.
G. Verklaringen van de Tsjechische Republiek
24. Verklaring van de Tsjechische Republiek betreffende het vervoersbeleid
Overeenkomstig het gemeenschappelijk standpunt van de EU over het hoofdstuk vervoersbeleid kunnen de huidige en de nieuwe lidstaten geleidelijk cabotagevergunningen uitwisselen op basis van bilaterale overeenkomsten, met ook de mogelijkheid van volledige liberalisering. In dat licht verwacht de Tsjechische Republiek dat de bilaterale besprekingen met de lidstaten in de loop van 2003 zullen worden voortgezet met het oog op de totstandbrenging van hetzij een bilaterale overeenkomst over volledige liberalisering van de cabotage, hetzij een geleidelijke uitwisseling van cabotagevergunningen indien een overgangsperiode is vereist.
De Tsjechische Republiek is verheugd over het bereiken van overeenstemming met Duitsland over het verrichten van een analyse van een kostenstructuur op basis waarvan vanaf het jaar 2004 toetreding bilaterale cabotagequota kunnen worden vastgesteld.
25. Verklaring van de Tsjechische Republiek betreffende werknemers
Tsjechië verklaart dat het verwacht dat de voornemens van een huidige lidstaat om de toegang van Tsjechische werknemers tot zijn arbeidsmarkt op basis van afzonderlijke sectoren en beroepsgroepen te liberaliseren, het onderwerp van bilaterale besprekingen tussen de betrokken lidstaat en Tsjechië zullen vormen.
26. Verklaring van Tsjechië betreffende artikel 35 van het EU-Verdrag
Tsjechië aanvaardt de rechtsmacht van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen overeenkomstig het bepaalde in artikel 35, lid 2 en lid 3, onder b), van het EU-Verdrag. Tsjechië behoudt zich het recht voor in het nationale recht te bepalen dat, wanneer een vraag over de geldigheid of de uitlegging van een in artikel 35, lid 1, van het EU-Verdrag genoemde besluit wordt opgeworpen in een zaak voor een nationaal rechter tegen wiens beslissing naar nationaal recht geen beroep mogelijk is, die rechter gehouden is de zaak bij het Hof van Justitie aanhangig te maken.
H. Verklaringen van de Republiek Estland
27. Verklaring van de Republiek Estland betreffende de staalindustrie
De staalverwerkende industrie van Estland kent momenteel een dynamische ontwikkeling.
Bij de onderhandelingen over de nodige aanpassingen van de kwantitatieve beperkingen waarin is voorzien in de bilaterale staalovereenkomsten tussen de Gemeenschap en de Russische Federatie, Oekraïne en Kazachstan, en bij de vaststelling van andere regelingen ter zake moet rekening worden gehouden met de invoerbehoeften die het gevolg zullen zijn van de te voorziene expansie van de staalindustrie van Estland in de nabije toekomst. Estland onderstreept dat het zijn verwachte invoerbehoeften aan de Toetredingsconferentie heeft meegedeeld.
28. Verklaring van de Republiek Estland betreffende de visserij
Estland is zich ervan bewust dat het beheer van de Overeenkomst tussen de regering van de Republiek Estland en de regering van de Russische Federatie inzake samenwerking bij de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het gebied van het Peipus-, het Lämmi- en het Pihkvameer door Estland zal worden verzorgd, in nauwe samenwerking met de Commissie, voor zover de Gemeenschap geen afgeleide wetgeving heeft of zal hebben over het beheer van visbestanden in de binnenwateren.
29. Verklaring van de Republiek Estland betreffende de visserijcommissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC)
In overeenstemming met het beginsel van de uitsluitende communautaire bevoegdheid zullen de belangen van Estland in de NEAFC vanaf de toetreding door de Gemeenschap worden behartigd. Ingeval Estland voor het tijdstip van toetreding geen lid is van de NEAFC, vertrouwt Estland erop dat de Gemeenschap ervoor zal zorgen dat de door Estland als ‘samenwerkende niet-verdragsluitende partij’ in het kader van het ‘samenwerkingsquotum’ gevangen hoeveelheden die door de NEAFC worden geregistreerd, worden opgenomen in het communautaire aandeel.
30. Verklaring van de Republiek Estland betreffende de voedselveiligheid
Ten aanzien van derde landen zal Estland de voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden, volledig naleven.
I. Verklaringen van de Republiek Letland
31. Verklaring van de Republiek Letland betreffende de stemmenweging in de Raad
In Verklaring nr. 20 bij het Verdrag van Nice is bepaald dat de Republiek Letland, uitgaande van een Unie met 27 lidstaten, met ingang van 1 januari 2005 over vier van de in totaal 345 stemmen in de Raad zal beschikken.
Aangezien een toereikende, vergelijkbare en gelijke vertegenwoordiging van de lidstaten in de Raad in verhouding tot hun inwonertal moet worden gewaarborgd, behoudt de Republiek Letland zich het recht voor om de stemmenweging in de Raad te bespreken tijdens de volgende intergouvernementele conferentie.
32. Verklaring van de Republiek Letland betreffende de visserij
Met betrekking tot Verordening (EEG) nr. 3760/92 tot vaststelling van het aan de lidstaten toe te wijzen aandeel in de communautaire vismogelijkheden voor bestanden waarvan de bevissingsgraad door een vangstbeperking is gereglementeerd, gaat Letland ervan uit dat de specifieke bepalingen van deze Akte inzake de vismogelijkheden die in de Oostzee moeten worden toegewezen aan Letland verwijzen naar het bestaande beheerssysteem in het kader van de IBSFC zoals dat is berekend voor de EU-15 en Estland, Letland, Litouwen en Polen.
Met betrekking tot de vangstmogelijkheden in het kader van de Visserijcommissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC) verklaart Letland dat het belangstelling heeft voor visserijactiviteiten in dat gebied, hoewel het er tijdens de afgelopen jaren geen significante hoeveelheden heeft gevangen. Letland is samenwerkende partij bij de NEAFC en leeft alle besluiten en regels van deze commissie na, en verwacht dan ook dat naar behoren rekening zal worden gehouden met zijn belangen wanneer de vangstmogelijkheden worden toegewezen aan Letland en andere nieuwe lidstaten.
33. Verklaring van de Republiek Letland betreffende artikel 142 bis van Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het Gemeenschapsmerk
De Republiek Letland gaat ervan uit dat de toepassing van artikel 142 bis, lid 5, van Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het Gemeenschapsmerk niet uitsluit dat het gebruik van een Gemeenschapsmerk op het grondgebied van de Republiek Letland wordt verboden uit hoofde van artikel 106, lid 2, van de verordening.
J. Verklaring van de Republiek Litouwen
34. Verklaring van de Republiek Litouwen met betrekking tot de Litouwse visserijactiviteiten in het gereglementeerde gebied van de visserijcommissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC)
Litouwen verklaart belangstelling te hebben voor de voortzetting van zijn traditionele visserijactiviteiten in het gereglementeerde gebied van de Visserijcommissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC) na zijn toetreding tot de Europese Unie. Litouwen rekent op steun van de EU voor zijn toetreding tot de NEAFC. Litouwen verwacht dat de Litouwse visserijactiviteiten in het gereglementeerde gebied van de NEAFC na zijn toetreding tot de EU zullen worden voortgezet en dat aan Litouwen passende quota zullen worden toegewezen in dit gebied overeenkomstig het beginsel van relatieve stabiliteit.
K. Verklaringen van de Republiek Malta
35. Verklaring van de Republiek Malta betreffende neutraliteit
Malta verklaart zich gecommitteerd aan het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie als uiteengezet in het Verdrag betreffende de Europese Unie.
Malta bevestigt dat zijn deelname aan het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie zijn neutraliteit onverlet laat. Het Verdrag betreffende de Europese Unie bepaalt dat ieder besluit van de Unie tot instelling van een gemeenschappelijke defensie met eenparigheid van stemmen van de Europese Raad moet worden genomen en door de lidstaten overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen moet worden aangenomen.
36. Verklaring van de Republiek Malta betreffende het eiland Gozo
De regering van Malta,
erop wijzende dat het eiland Gozo specifieke economische en sociale kenmerken en handicaps heeft ten gevolge van het gecombineerde effect van zijn dubbele hoedanigheid van eiland, zijn kwetsbaarheid op milieugebied, zijn gering aantal inwoners in combinatie met een hoge bevolkingsdichtheid en zijn inherent beperkte hulpmiddelen;
erop wijzende dat het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking op Gozo aanzienlijk lager is dan in Malta als geheel;
erop wijzende dat Malta een specifiek economisch en sociaal beleid met betrekking tot het eiland Gozo voert, dat ten doel heeft de permanente structurele handicaps van het eiland te overwinnen;
erkennende dat, bij de toetreding van Malta tot de Europese Unie, ten gevolge van het akkoord dat Malta in aanmerking komt voor de doelstellingen van de structuurfondsen en voor bijstand uit het Cohesiefonds, evenals van de akkoorden betreffende het BTW-nultarief voor personenvervoer tussen de eilanden en de overgangsperiode voor het vervoer van landbouwproducten tussen de eilanden, Gozo zal profiteren van maatregelen die specifiek de structurele handicaps van het eiland aanpakken, terwijl het tevens zal deelhebben in maatregelen die meer algemene economische en sociale voordelen zullen opleveren;
tevens erkennende dat de NUTS 3-indeling van het eiland Gozo op zich wellicht geen waarborg is voor implementatie van de verbintenis van de Europese Unie om maatregelen ten gunste van probleemgebieden te nemen;
verklaart dat Malta, voor het einde van iedere communautaire begrotingsperiode waarbij het regionaal beleid van de Gemeenschap opnieuw wordt bepaald, de Commissie zal verzoeken aan de Raad verslag uit te brengen over de economische en sociale situatie van Gozo en met name over de verschillen in het niveau van sociale en economische ontwikkeling tussen Gozo en Malta. De Commissie zal worden verzocht indien nodig passende maatregelen voor te stellen in het kader van het regionaal beleid of andere relevante beleidssectoren van de Gemeenschap, om de verdere verkleining van de verschillen tussen Gozo en Malta en de verdere integratie van Gozo in de interne markt onder billijke voorwaarden te waarborgen. Met name zou, indien Malta als geheel niet meer in aanmerking komt voor bepaalde regionale beleidsmaatregelen, in dat verslag moeten worden beoordeeld of de specifieke economische situatie van Gozo rechtvaardigt dat Gozo gedurende de referentieperiode wel in aanmerking blijft komen voor die maatregelen, en onder welke voorwaarden.
37. Verklaring van de Republiek Malta betreffende de handhaving van een BTW-nultarief
Malta's aanvaarding van een overgangsperiode tot 1 januari 2010 voor het behoud van het BTW-nultarief in plaats van het standaardtarief van 5% op de leveringen van voedingsmiddelen en farmaceutische producten is gebaseerd op het uitgangspunt dat de in artikel 28, lid 1, van de zesde BTW-richtlijn bedoelde overgangsperiode op die dag zal verstrijken.
L. Verklaringen van de Republiek Polen
38. Verklaring van de Republiek Polen betreffende het concurrentievermogen van de Poolse productie van bepaalde soorten vruchten
Polen neemt er nota van dat de toepassing op Polen van het gemeenschappelijk douanetarief van de EU nadelige en onmiddellijke gevolgen kan hebben voor het concurrentievermogen van de Poolse producenten van klein fruit, zure kersen, en appelen. Indien zich na de toetreding ernstige en mogelijk aanhoudende moeilijkheden zouden voordoen in die sectoren, zal Polen verzoeken om de algemene vrijwaringsclausule met spoed toe te passen, en zal het verzoeken om de vaststelling van instrumenten waarmee voorgoed een eind kan worden gemaakt aan de concurrentieverstoringen in de sectoren klein fruit, zure kersen, en appelen.
39. Verklaring van de regering van de Republiek Polen over de openbare zedelijkheid
De regering van de Republiek Polen gaat ervan uit dat niets in de bepalingen van het Verdrag betreffende de Europese Unie, van de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en van verdragen tot wijziging of aanvulling van die verdragen de Poolse staat ervan weerhoudt om regels uit te vaardigen over morele vraagstukken en de regelgeving in verband met de bescherming van het menselijk leven.
40. Verklaring van de regering van de Republiek Polen over de uitlegging van de vrijstelling van de voorschriften van Richtlijn 2001/82/EG en Richtlijn 2001/83/EG
Polen is van oordeel dat de geneesmiddelen van de lijst in aanhangsel A bij bijlage XII van deze Akte met daartoe strekkende vergunningen in Polen op de markt kunnen worden gebracht.
M. Verklaringen van de Republiek Slovenië
41. Verklaring van de Republiek Slovenië over de toekomstige regionale indeling van de Republiek Slovenië
De Republiek Slovenië benadrukt hoeveel belang zij hecht aan een evenwichtige regionale ontwikkeling en aan de noodzaak om de sociaal-economische ongelijkheden tussen haar regio's te verminderen.
De Republiek Slovenië neemt er nota van dat zij bij uitsluiting bevoegd is voor alle besluiten over haar regionale indeling. Een uitzondering daarop is de territoriale indeling van Slovenië in het kader van de gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS).
In de context van de toetredingsonderhandelingen is het vraagstuk van de regionale indeling van Slovenië op NUTS 2-niveau voorlopig geregeld op de negentiende vergadering van de Conferentie op plaatsvervangersniveau op 29 juli 2002, onder de in de conclusies van de Conferentie vermelde voorwaarden. Die conclusies zijn bevestigd op de vergadering van de Conferentie op ministerieel niveau op 1 oktober 2002.
In de conclusies van de Conferentie is toen een verklaring van de Republiek Slovenië opgenomen waartegen geen van de lidstaten bezwaar heeft aangetekend, en waarvan het desbetreffende onderdeel als volgt luidt:
‘Slovenië neemt er met genoegen kennis van dat de EU ervan uitgaat dat het gehele Sloveense grondgebied tot eind 2006 zal worden beschouwd als één enkele regio op NUTS 2-niveau, en er nota van heeft genomen dat Slovenië voornemens is een enkelvoudig programmeringsdocument toe te passen voor het gehele grondgebied van Slovenië tijdens de programmeringsperiode tot eind 2006, en dat Slovenië de gesprekken met de Commissie zal voortzetten over een territoriale indeling die moet zorgen voor een evenwichtige regionale ontwikkeling, zulks teneinde als lidstaat tegen eind 2006 zijn NUTS-indeling te herzien.
Indien het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en van de Raad betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) wordt aangenomen en in werking treedt voor de toetreding van Slovenië, zal Slovenië zo nodig met de EU onderhandelingen aanknopen over de toepassing ervan op de territoriale indeling van Slovenië.
Op deze basis kan Slovenië met het EU-voorstel instemmen en aanvaarden dat in dit stadium niet verder over dit hoofdstuk behoeft te worden onderhandeld.’.
42. Verklaring van de Republiek Slovenië over de Sloveense inheemse bijensoort Apis mellifera carnica
(kranjska čebela)
Rekening houdend met het feit dat de Sloveense bijenondersoort Apis mellifera Carnica (tevens bekend onder de namen ‘kranjska čebela’, ‘Carniolan bee’, ‘Krainer Biene’, ‘Carnica’, en ‘Kärntner Biene’) in de Republiek Slovenië een inheemse dierenpopulatie vormt,
Gelet op het feit dat eeuwenlang aanhoudende inspanningen zijn geleverd om de inheemse bijensoort te handhaven en te selecteren op het grondgebied van het huidige Slovenië, onder meer met het oog op de instandhouding van het inheems genetisch materiaal, waardoor een genetisch stabiele en evenwichtige bijenpopulatie is ontstaan,
Gelet op de dwingende noodzaak om deze inheemse bijenpopulatie met haar afzonderlijke kenmerken te vrijwaren en aldus bij te dragen tot het behoud van de biodiversiteit,
verklaart de Republiek Slovenië voornemens te zijn om alle passende maatregelen te blijven treffen om ervoor te zorgen dat de inheemse bijensoort Apis mellifera Carnica op het grondgebied van de Republiek Slovenië in stand wordt gehouden.
De Republiek Slovenië memoreert dat zij dit vraagstuk in het kader van de toetredingsonderhandelingen aan de orde heeft gesteld, en dat de Europese Unie in dit verband heeft benadrukt dat op grond van artikel 30 van het Verdrag nationale maatregelen kunnen worden getroffen, onder voorbehoud van het proportionaliteitsbeginsel, en dat opneming van dit vraagstuk in de onderhandelingen niet nodig was.
N. Verklaringen van de Commissie van de Europese Gemeenschappen
De Hoge Verdragsluitende Partijen namen nota van de volgende verklaringen van de Commissie van de Europese Gemeenschappen:
43. Verklaring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen over de algemene economische vrijwaringsclausule, de vrijwaringsclausule voor de interne markt en de vrijwaringsclausule op het gebied van justitie en binnenlandse zaken
Alvorens te besluiten om de vrijwaringsclausule voor de interne markt en de vrijwaringsclausule op het gebied van justitie en binnenlandse zaken toe te passen, zal de Commissie van de Europese Gemeenschappen de meningen en standpunten beluisteren van de lidstaten die rechtstreeks door dergelijke maatregelen worden getroffen, en zal zij naar behoren rekening houden met die meningen en standpunten.
De algemene economische vrijwaringsclausule geldt ook voor de landbouw. Op deze clausule kan een beroep worden gedaan wanneer specifieke landbouwsectoren te kampen hebben met ernstige en mogelijk aanhoudende moeilijkheden, of met moeilijkheden die de economische toestand van een bepaalde streek ernstig kunnen doen verslechteren. Rekening houdend met de specifieke problemen van de landbouwsector in Polen kunnen de maatregelen die door de Commissie uit hoofde van de algemene vrijwaringsclausule ter voorkoming van marktverstoringen worden genomen, systemen voor de monitoring van handelsstromen tussen Polen en andere lidstaten omvatten.
44. Verklaring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen over de conclusies van de toetredingsconferentie met Letland
De aanwending van onbeheerd land, bijvoorbeeld om de traditionele milieuomstandigheden op dat land te herstellen en/of om gesloten landschappen te voorkomen, komt in aanmerking voor steun als een maatregel uit hoofde van artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1257/1999 in het enkelvoudig programmeringsdocument onder doelstelling I.
Artikel 33 biedt in dit verband verscheidene mogelijkheden: bijvoorbeeld onder het achtste streepje betreffende het waterbeheer in de landbouw, maar in het bijzonder onder het elfde streepje, waarin is bepaald dat steun kan worden verleend voor milieubehoud in samenhang met land- en bosbouw en landschapsbeheer, en met verbetering van het welzijn van dieren. Die steun kan worden verleend in de vorm van een eenmalige betaling voor milieuvriendelijke behandeling van onbeheerd land
De voorgestelde maatregel mag daarbij niet specifiek ten doel hebben dat land opnieuw wordt gebruikt voor landbouwproductie waarvoor een gemeenschappelijke marktordening geldt of voor braaklegging. Land dat eigendom is van landbouwers en dat wordt aangewend zoals hierboven beschreven, zou echter door de landbouwers in combinatie met hun bestaande landbouwgrond kunnen worden gebruikt om hun huidige landbouwproductiemethoden aan te passen met het oog op de bescherming van het milieu en het behoud van het platteland. In dit geval is verdere steun mogelijk uit hoofde van de in artikel 22 van Verordening (EG) nr. 1257/1999 bedoelde milieumaatregelen in de landbouw.
IV. Briefwisseling
De Gevolmachtigden hebben nota genomen van de aan deze Slotakte gehechte briefwisseling tussen de Europese Unie en de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek betreffende een informatie- en overlegprocedure voor de aanvaarding van bepaalde besluiten en andere maatregelen die moeten worden genomen tijdens de periode die aan de toetreding voorafgaat.
Briefwisseling tussen de Europese Unie en de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek betreffende een informatie- en overlegprocedure voor de aanvaarding van bepaalde besluiten en andere maatregelen die moeten worden genomen tijdens de periode die aan de toetreding voorafgaat
Brief nr. 1
Mijnheer,
Ik heb de eer te verwijzen naar de kwestie van de informatie- en overlegprocedure voor de aanvaarding van bepaalde besluiten en andere maatregelen die moeten worden genomen tijdens de periode die voorafgaat aan de toetreding van uw land tot de Europese Unie, die in het kader van de toetredingsonderhandelingen is besproken.
Ik bevestig bij dezen dat de Europese Unie onder de in de bijlage bij deze brief genoemde voorwaarden instemt met deze procedure, die kan worden toegepast vanaf de datum waarop onze onderhandelingsdelegaties verklaren dat de onderhandelingen betreffende de uitbreiding volledig zijn afgerond.
Ik moge U verzoeken mij te willen bevestigen dat uw Regering met de inhoud van deze brief instemt.
Hoogachtend,
Brief nr. 2
Mijnheer,
Ik heb de eer U de ontvangst te bevestigen van uw brief welke als volgt luidt:
Ik heb de eer te verwijzen naar de kwestie van de informatie- en overlegprocedure voor de aanvaarding van bepaalde besluiten en andere maatregelen die moeten worden genomen tijdens de periode die voorafgaat aan de toetreding van uw land tot de Europese Unie, die in het kader van de toetredingsonderhandelingen is besproken.
Ik bevestig bij dezen dat de Europese Unie onder de in de bijlage bij deze brief genoemde voorwaarden instemt met deze procedure, die kan worden toegepast vanaf de datum waarop onze onderhandelingsdelegaties verklaren dat de onderhandelingen betreffende de uitbreiding volledig zijn afgerond.
Ik moge U verzoeken mij te willen bevestigen dat uw Regering met de inhoud van deze brief instemt.
.
Ik heb de eer U te bevestigen dat de inhoud van deze brief voor mijn Regering aanvaardbaar is.
Hoogachtend,
Bijlage Informatie- en overlegprocedure voor de aanvaarding van bepaalde besluiten en andere maatregelen die moeten worden genomen tijdens de periode die aan de toetreding voorafgaat
I
1
Teneinde te waarborgen dat de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, hierna ‘toetredende staten’ te noemen, voldoende worden ingelicht, worden alle voorstellen, mededelingen, aanbevelingen of initiatieven die kunnen leiden tot besluiten van de instellingen of organen van de Europese Unie, na toezending aan de Raad ter kennis van de toetredende staten gebracht.
2
Er wordt overleg gepleegd op een met redenen omkleed verzoek van een toetredende staat, die daarin zijn belangen als toekomstig lid van de Unie dient uiteen te zetten en zijn opmerkingen daarin neerlegt.
3
Besluiten inzake beheer vormen in het algemeen geen aanleiding tot overleg.
4
Het overleg vindt plaats in een Interimcomité, samengesteld uit vertegenwoordigers van de Unie en van de toetredende staten.
5
Aan de zijde van de Unie zijn de leden van het Interimcomité de leden van het Comité van permanente vertegenwoordigers of diegenen die deze laatsten daarvoor aanwijzen. De Commissie wordt uitgenodigd zich bij deze werkzaamheden te doen vertegenwoordigen.
6
Het Interimcomité wordt bijgestaan door een secretariaat, dat het secretariaat van de Conferentie is, dat tot dat doel in functie blijft.
7
Het overleg vindt normaliter plaats zodra de voorbereidende werkzaamheden op communautair niveau met het oog op de aanvaarding van besluiten door de Raad zover zijn gevorderd dat de gemeenschappelijke strekking ervan het mogelijk maakt een dergelijk overleg met vrucht te organiseren.
8
Mochten er na het overleg nog ernstige moeilijkheden bestaan, dan kan het probleem op verzoek van een toetredende staat op ministerieel niveau worden besproken.
9
Bovenstaande bepalingen worden mutatis mutandis toegepast op de besluiten van de Raad van Gouverneurs van de Europese Investeringsbank.
10
De in de voorgaande punten omschreven procedure is eveneens van toepassing op alle door de toetredende staten te nemen besluiten die van invloed kunnen zijn op de verbintenissen die voortvloeien uit hun hoedanigheid van toekomstige leden van de Unie.
II
1
Onverminderd de hiernavolgende bepalingen is de onder I bedoelde procedure mutatis mutandis van toepassing op de ontwerpen van gemeenschappelijke strategieën van de Raad in de zin van artikel 13, de ontwerpen van gemeenschappelijke optredens van de Raad in de zin van artikel 14 en de ontwerpen van gemeenschappelijke standpunten van de Raad in de zin van artikel 15 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.
2
Het staat aan de voorzitter deze ontwerpen onder de aandacht van de toetredende staten te brengen wanneer het voorstel of de mededeling afkomstig is van een lidstaat.
3
Behoudens een met redenen omkleed bezwaar van een toetredende staat mag overleg plaatsvinden in de vorm van een uitwisseling van berichten langs elektronische weg.
4
Indien overleg plaatsvindt in het Interimcomité, kunnen de leden van dat Comité die lid zijn van de Unie, waar passend, bestaan uit de leden van het Politiek en Veiligheidscomité.
III
1
Onverminderd de hiernavolgende bepalingen is de onder I bedoelde procedure mutatis mutandis van toepassing op de ontwerpen van gemeenschappelijke standpunten, kaderbesluiten en besluiten van de Raad in de zin van artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, alsmede op de opstelling van overeenkomsten als bedoeld in dat artikel.
2
Het staat aan de voorzitter deze ontwerpen onder de aandacht van de toetredende staten te brengen wanneer het voorstel of de mededeling afkomstig is van een lidstaat.
3
Indien overleg plaatsvindt in het Interimcomité, kunnen de leden van dat Comité die lid zijn van de Unie, waar passend, bestaan uit de leden van het in artikel 36 van het Verdrag betreffende de Europese Unie bedoelde Comité.
IV
De Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek nemen de nodige maatregelen om hun toetreding tot de in artikel 3, lid 4, artikel 5, lid 1, tweede zin, artikel 5, lid 2, artikel 6, lid 2, eerste alinea en artikel 6, lid 5, van de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden en de aanpassing van de Verdragen bedoelde overeenkomsten of akkoorden voorzover mogelijk, en overeenkomstig het in die Akte bepaalde, te doen samenvallen met de inwerkingtreding van het toetredingsverdrag.
Voorzover de in artikel 3, lid 4, artikel 5, lid 1, tweede zin en artikel 5, lid 2, bedoelde overeenkomsten of akkoorden slechts in de vorm van een ontwerp bestaan, nog niet zijn ondertekend en waarschijnlijk in het tijdvak dat aan de toetreding voorafgaat niet meer kunnen worden ondertekend, zullen de toetredende Staten worden uitgenodigd om na de ondertekening van het Verdrag betreffende de toetreding volgens passende procedures deel te nemen aan de uitwerking, in positieve zin, en zodanig dat de sluiting daarvan wordt bevorderd, van die ontwerpen.
V
Ten aanzien van de onderhandelingen over overgangs- en aanpassingsprotocollen met de in artikel 6, leden 2 en 6, van de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden genoemde landen worden de vertegenwoordigers van de toetredende Staten als waarnemers bij de werkzaamheden betrokken, naast de vertegenwoordigers van de huidige lidstaten.
Bepaalde door de Gemeenschap gesloten niet-preferentiële akkoorden die ook na de datum van toetreding blijven gelden, kunnen worden aangepast om rekening te houden met de uitbreiding van de Unie. De Unie zal de vertegenwoordigers van de toetredende staten overeenkomstig de in de vorige alinea omschreven procedure bij de onderhandelingen over deze aanpassing betrekken.
VI
De Instellingen van de Unie stellen tijdig de in de artikelen 58 en 61 van de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden en de aanpassing van de Verdragen bedoelde bepalingen vast.