Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/399 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode)
Bijlage XI Essentiële reizen
Geldend
Geldend vanaf 10-07-2024
- Bronpublicatie:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1717 (uitgifte: 20-06-2024, regelingnummer: 2024/1717)
- Inwerkingtreding
10-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1717 (uitgifte: 20-06-2024, regelingnummer: 2024/1717)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
Deel A
In artikel 21 bis, lid 4, bedoelde categorieën van personen:
- 1.
gezondheidswerkers, onderzoekers op het gebied van gezondheid en beroepskrachten uit de ouderenzorg;
- 2.
grensarbeiders;
- 3.
vervoerspersoneel;
- 4.
diplomaten, personeel van internationale organisaties en door internationale organisaties uitgenodigde personen van wie de fysieke aanwezigheid vereist is voor de goede werking van die organisaties, militair personeel en humanitaire hulpverleners en civielebeschermingspersoneel bij het uitoefenen van hun functie;
- 5.
passagiers op doorreis;
- 6.
passagiers die om dwingende gezinsredenen reizen;
- 7.
zeevarenden;
- 8.
personen die internationale bescherming behoeven of om andere humanitaire redenen toegang behoeven.
Deel B
In artikel 21 bis, lid 5, bedoelde categorieën van personen:
- 1.
kinderen in voor- en vroegschoolse educatie en opvang en leerlingen die onderwijs volgen in een buurland en hun voogden die hen begeleiden, die de grens overschrijden met het oog op het volgen van dergelijk onderwijs, alsook studenten of personen die reizen voor onderwijsdoeleinden;
- 2.
seizoenarbeiders, met inbegrip van voedselproducerende werknemers;
- 3.
personen die reizen om dwingende redenen in verband met de verzorging van dieren of vanwege maatregelen die in individuele gevallen noodzakelijk zijn voor de land- en bosbouw;
- 4.
hooggekwalificeerde werknemers, personeel op sleutelfuncties en wetenschappelijk personeel die werk verrichten dat vanuit economisch, maatschappelijk en veiligheidsoogpunt noodzakelijk is en niet kan worden uitgesteld of in het buitenland kan worden uitgevoerd;
- 5.
personeel van de overheidsinstanties voor defensie, openbare orde, volksgezondheid en nationale veiligheid — d.w.z. politiepersoneel, grenspolitie, immigratie- en volksgezondheidsdiensten, van instanties voor civiele bescherming enz. of vertegenwoordigers van rechtshandhavingsinstanties, indien hun reis verband houdt met de uitvoering van officiële taken, met inbegrip van personeel dat verantwoordelijk is voor de exploitatie en het onderhoud van kritieke infrastructuur;
- 6.
vissers en personen die werken of diensten verlenen op schepen of offshoremijnbouw- en boorplatforms, op basis van een andere arbeidsverhouding dan een arbeidsovereenkomst voor de zeevaart;
- 7.
personen die de lidstaat binnenkomen om essentiële medische diensten te ontvangen, met inbegrip van de inzittenden van noodvoertuigen;
- 8.
partners (echtgenoten, geregistreerde partners, samenwonenden) en kinderen van personen die essentiële reizen ondernemen, met inbegrip van onderdanen van derde landen die reizen met het oog op gezinshereniging;
- 9.
onderdanen van derde landen die reizen om gevolg te geven aan een dagvaarding van een gerechtelijke instantie;
- 10.
personen die in het bezit zijn van een internationale perskaart die is afgegeven door de Internationale Federatie van Journalisten;
- 11.
zorgbehoevende personen die naar hun verzorgers reizen.