NJB 2015/1956:Erkenning van een kind. Vervangende toestemming van de rechter. Blokkerende werking. HR: In 2002 heeft de HR aanvaard dat vanaf het moment waarop een verzoek tot het verlenen van vervangende toestemming bij de rechtbank is ingediend en totdat daarop definitief is beslist, de moeder aan een ander slechts voorwaardelijk toestemming tot erkenning kan verlenen. Thans aanvaardt de HR deze regel ook voor het geval de verwekker door middel van een brief van een advocaat aan de moeder (of aan haar advocaat) om toestemming tot erkenning heeft verzocht. Uiterlijk drie maanden na de dag waarop de brief van de advocaat is verzonden, dient de verwekker het verzoek bij de rechtbank in te dienen

NJB 2015/1956

Erkenning van een kind. Vervangende toestemming van de rechter. Blokkerende werking. HR: In 2002 heeft de HR aanvaard dat vanaf het moment waarop een verzoek tot het verlenen van vervangende toestemming bij de rechtbank is ingediend en totdat daarop definitief is beslist, de moeder aan een ander slechts voorwaardelijk toestemming tot erkenning kan verlenen. Thans aanvaardt de HR deze regel ook voor het geval de verwekker door middel van een brief van een advocaat aan de moeder (of aan haar advocaat) om toestemming tot erkenning heeft verzocht. Uiterlijk drie maanden na de dag waarop de brief van de advocaat is verzonden, dient de verwekker het verzoek bij de rechtbank in te dienen

Documentgegevens:

HR 30-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3196

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 30 oktober 2015
Magistraten: Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, M.V. Polak, V. van den Brink, T.H. Tanja-van den Broek
Zaaknummer: 15/01266
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2015:3196, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:991, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑03‑2015
Wetingang: (BW art. 1:204 lid 3)

Essentie

Erkenning van een kind. Vervangende toestemming van de rechter. Blokkerende werking. HR: In 2002 heeft de HR aanvaard dat vanaf het moment waarop een verzoek tot het verlenen van vervangende toestemming bij de rechtbank is ingediend en totdat daarop definitief is beslist, de moeder aan een ander slechts voorwaardelijk toestemming tot erkenning kan verlenen. Thans aanvaardt de HR deze regel ook voor het geval de verwekker door middel van een brief van een advocaat aan de moeder (of aan haar advocaat) om toestemming tot erkenning heeft verzocht. Uiterlijk drie maanden na de dag waarop de brief van de advocaat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.