NJ 2023/46
Terrorismefinanciering; kleurloos opzet t.a.v. wettelijke regeling; ontoereikend bewijs van opzet dat geld bij terroristische organisatie terecht zou komen.
HR 10-01-2023, ECLI:NL:HR:2023:2
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 januari 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, T. Kooijmans
- Zaaknummer
21/01463
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS686269:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:2, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑01‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1036, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑11‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑11‑2021
- Wetingang
Essentie
Terrorismefinanciering. Kleurloos opzet ten aanzien van in de tenlastelegging genoemde wettelijke regelingen. Ontoereikend bewijs van opzet dat het overgemaakte geld bij terroristische organisatie terecht zou komen.
Samenvatting
De tenlastelegging houdt kort samengevat in dat verdachte opzettelijk in strijd met het krachtens art. 2 Sanctiewet ingestelde verbod en diverse EU-verordeningen indirect geld ter beschikking heeft gesteld aan IS. Het opzet van de verdachte hoeft niet (ook) gericht te zijn op het niet naleven van de in de tenlastelegging genoemde wettelijke regelingen. Wel is vereist dat het opzet van de verdachte erop is gericht dat het door hem overgemaakte geld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.