RvdW 2017/822
Afstand recht op een behoorlijke en effectieve mogelijkheid een getuige te (doen) ondervragen.
HR 04-07-2017, ECLI:NL:HR:2017:1215
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 juli 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borger
- Zaaknummer
15/04569
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1215, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑07‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:577, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑05‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑07‑2016
- Wetingang
Essentie
Afstand recht op een behoorlijke en effectieve mogelijkheid een getuige te (doen) ondervragen.
Op grond van art. 6 lid 3 onder d EVRM heeft de verdediging recht op een behoorlijke en effectieve mogelijkheid getuigen in enig stadium van het geding te (doen) ondervragen. De verdediging dient daartoe het nodige initiatief te nemen door een toereikend gemotiveerd verzoek te doen. Indien de verdediging zo’n verzoek achterwege laat of, nadat zo’n verzoek is gedaan, niet langer aanspraak maakt op het oproepen/horen van de getuige, ontbreekt het nodige initiatief en wordt de verdediging geacht afstand te hebben gedaan van voormeld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.