Prg. 2023/36
Het enkele feit dat een raadsheer zijn nevenfunctie als arbiter niet in het register heeft laten opnemen, betekent nog niet dat hij niet aan de in art. 6 EVRM gestelde eisen kan voldoen.
HR 23-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1933
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 december 2022
- Magistraten
Mrs. C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide, G.C. Makkink
- Zaaknummer
21/04457
- Conclusie
A-G mr. G. Snijders
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1933, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑12‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:816, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 16‑09‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑11‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑10‑2021
- Wetingang
Essentie
Verbintenissenrecht. Kan rechter door enkel ontbreken van diens nevenfunctie in register, toch voldoen aan in art. 6 EVRM gestelde eisen?
Ja. Ontbreken van nevenfunctie in register van rechtspraak is op zichzelf nog geen issue.
Samenvatting
Eisers waren eigenaar van een hoeve met grond. Groningen Seaports N.V. (GSP) wilde die kopen, maar het is uiteindelijk niet tot een deal gekomen. Desondanks meenden eisers dat er wel degelijk sprake was van een koopovereenkomst, maar zowel de rechtbank als het hof hebben dit afgewezen.
In cassatie klaagt het middel dat het arrest niet voldoet aan de eisen in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.