NJ 2012/679
Art. 6 EVRM. Weigering tot stellen van prejudiciële vragen. Afstemming EU-recht en EVRM. Onredelijke termijn van procedures. Schending.
EHRM 20-09-2011, ECLI:NL:XX:2011:BX5616, m.nt. E.A. Alkema (Ullens de Schooten en Rezabek/België)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
20 september 2011
- Magistraten
D. Jočienė, F. Tulkens, D.T. Björgvinsson, D. Popović, A. Sajó, I. Karakaş, G. Raimondi
- Zaaknummer
38353/07
3989/07
- Noot
E.A. Alkema
- LJN
BX5616
- Roepnaam
Ullens de Schooten en Rezabek/België
- JCDI
JCDI:ADS161567:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
EU-recht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2011:BX5616, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 20‑09‑2011
- Wetingang
EVRM art. 6
Essentie
Art. 6 EVRM. Weigering tot stellen van prejudiciële vragen. Afstemming EU-recht en EVRM. Onredelijke termijn van procedures. Schending.
Samenvatting
In de strafrechtelijke en de daarop volgende civielrechtelijke procedures weigerden de nationale rechtbanken tot tweemaal toe een prejudiciële vraag te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie over de verenigbaarheid van het Belgische recht met het recht van de Europese Unie.
EHRM: Een weigering van nationale rechtscolleges tot het stellen van een prejudiciële vraag levert slechts een schending van artikel 6 EVRM op als die weigering arbitrair is. Er is sprake van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.