NJB 2019/490:Taakstrafverbod en vordering tenuitvoerlegging, art. 22b jo art. 14g lid 2 Sr: voor zover bij de beslissing op de vordering tenuitvoerlegging in de zin van art. 14g lid 1 Sr de vraag aan de orde komt of aan de in art. 22b lid 2 Sr genoemde voorwaarden wordt voldaan, moet onder ‘het door hem begane feit’ worden verstaan het feit ter zake waarvan de verdachte is veroordeeld tot de voorwaardelijk opgelegde straf waarvan de tenuitvoerlegging wordt gevorderd