Einde inhoudsopgave
Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen
Artikel 1a [Verbod op (seksuele) intimidatie]
Geldend
Geldend vanaf 14-09-2007
- Bronpublicatie:
21-07-2007, Stb. 2007, 321 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken: 30967)
- Inwerkingtreding
14-09-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-07-2007, Stb. 2007, 321 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken: 30967)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Arbeidsrecht / Algemeen
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Grondrechten
1.
Het in deze wet neergelegde verbod van direct onderscheid houdt mede in een verbod op intimidatie en een verbod op seksuele intimidatie.
2.
Onder intimidatie als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan: gedrag dat met het geslacht van een persoon verband houdt en dat tot doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast en dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd.
3.
Onder seksuele intimidatie als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan: enige vorm van verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag met een seksuele connotatie dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast, in het bijzonder wanneer een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende situatie wordt gecreëerd.
4.
Het feit dat een persoon het in het tweede en derde lid bedoelde gedrag afwijst of lijdzaam ondergaat, mag niet ten grondslag liggen aan een beslissing die die persoon treft.
5.
De artikelen 3, tweede lid, 4, tweede lid, en 5, eerste en tweede lid, zijn niet van toepassing op het verbod van intimidatie en seksuele intimidatie, bedoeld in het eerste lid.