NJB 2019/484:Huwelijksgemeenschap. Datum van ontbinding. Verknocht goed. Beëindigingsvergoeding. Een man komt op 31 maart 2015 met zijn werkgever overeen dat zijn arbeidsovereenkomst per 1 juli 2015 wordt beëindigd met wederzijds goedvinden en dat hij een beëindigingsvergoeding ontvangt als tegemoetkoming voor in de toekomst te derven inkomsten. Op 25 juni 2015 dient hij een echtscheidingsverzoek in. Hoge Raad: Nu de huwelijksgemeenschap door de indiening van het echtscheidingsverzoek werd ontbonden, strekte de aanspraak op de beëindigingsvergoeding geheel tot vervanging van inkomen uit arbeid in de periode na de ontbinding van de huwelijksgemeenschap. Daarmee valt de aanspraak op de beëindigingsvergoeding buiten de huwelijksgemeenschap