RvdW 2019/823
Oordeel dat veroordeling ter zake smaadschrift niet in strijd is met art. 10 EVRM ontoereikend gemotiveerd.
HR 02-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1059
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 juli 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
17/04910
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS69729:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Staatsrecht / Grondrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1059, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:377, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑04‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑02‑2018
- Wetingang
Essentie
Ophangen van posters waarin bouwbedrijf in verband wordt gebracht met deportaties door gesloten gezinsvoorziening te bouwen in Detentiecentrum Zeist. Oordeel dat veroordeling ter zake smaadschrift geen strijd oplevert met vrijheid van meningsuiting ontoereikend gemotiveerd.
Samenvatting
Verdachte heeft op openbare plekken posters opgehangen met de tekst ‘A, Uw duurzame partner in deportaties, Bouwt vol trots de gezinsgevangenis voor vluchtelingen op kamp Zeist’. ’s Hofs verwerping van het verweer dat haar handelen valt onder het haar toekomende recht op vrijheid van meningsuiting is niet zonder meer begrijpelijk, in aanmerking genomen de context waarin de uitlating is gedaan, te weten dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.