Einde inhoudsopgave
Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames
Artikel 40 [Informeren laatst geïdentificeerde persoon]
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2023
- Bronpublicatie:
18-05-2022, Stb. 2022, 215 (uitgifte: 10-06-2022, kamerstukken: 35880)
- Inwerkingtreding
01-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-05-2023, Stb. 2023, 174 (uitgifte: 31-05-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht (V)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
1.
Een beursgenoteerde onderneming stelt bij de uitvoering van een onderzoek als bedoeld in artikel 38, eerste lid, telkens de tot dusver als laatste geïdentificeerde natuurlijke persoon of rechtspersoon die niet de verwerver is er van op de hoogte dat hij wordt geacht verwerver te zijn als bedoeld in artikel 38, tweede lid, en welke gevolgen daarvan op grond van deze wet verbonden kunnen zijn.
2.
De tijdens het onderzoek, bedoeld in artikel 38, eerste lid, tot dusver als laatste geïdentificeerde natuurlijke persoon of rechtspersoon die een partij in de bewaarketen is en die aan de beursgenoteerde onderneming de identiteit niet kenbaar maakt van een deelgenoot in een door die partij gehouden depot of van een cliënt voor wie die partij de door de beursgenoteerde onderneming uitgegeven effecten met een aandelenkarakter bewaart, administreert of aanhoudt, geleidt een van de beursgenoteerde onderneming afkomstig schriftelijk bericht met een verzoek tot identiteitsvaststelling onverwijld door naar de deelgenoten of cliënten voor wie die partij direct of indirect een aandelenbelang houdt respectievelijk bewaart, administreert of aanhoudt.
3.
De informatie die in een door te geleiden bericht als bedoeld in het tweede lid wordt verzocht, is:
- a.
voor een deelgenoot in een depot van een centraal instituut, de informatie, bedoeld in artikel 49b, eerste lid, onderdeel a, van de Wet giraal effectenverkeer;
- b.
voor een deelgenoot in een depot van een intermediair als bedoeld in artikel 1 van de Wet giraal effectenverkeer, de informatie, bedoeld in artikel 49b, eerste lid, onderdeel b, van de Wet giraal effectenverkeer;
- c.
voor een client voor wie een instelling in het buitenland, en met inbegrip van een instelling buiten de Europese Economische Ruimte met een functie vergelijkbaar met die van centraal instituut, de door de beursgenoteerde onderneming uitgegeven effecten met een aandelenkarakter bewaart, administreert of aanhoudt, de informatie, bedoeld in artikel 49b, eerste lid, onderdeel c, van de Wet giraal effectenverkeer.
4.
Een door te geleiden bericht als bedoeld in het tweede lid, vermeldt:
- a.
de adresgegevens van de beursgenoteerde onderneming en het e-mailadres waaronder deze onderneming bereikbaar is;
- b.
dat het verzoek ertoe strekt degene voor wie het bericht beoogd is in de gelegenheid te stellen de in het bericht verzochte informatie onverwijld aan de beursgenoteerde onderneming te verstrekken;
- c.
de gevolgen die het niet onverwijld overgaan tot verstrekking van de verzochte informatie kan hebben voor door de ontvanger van het bericht direct of indirect gehouden, bewaarde, geadministreerde of aangehouden door de beursgenoteerde onderneming uitgegeven effecten met een aandelenkarakter;
- d.
dat ontvangen informatie uitsluitend wordt gebruikt ter uitvoering van deze wet en op de verkregen informatie de geheimhouding krachtens deze wet van toepassing is.
5.
De beursgenoteerde onderneming informeert de tot dusver als laatste geïdentificeerde natuurlijke persoon of rechtspersoon die tevens partij in een bewaarketen, bedoeld in het tweede lid, is, indien de hoedanigheid als laatste geïdentificeerde op een ander is overgegaan als resultaat van de informatie-uitwisseling op grond van het tweede tot en met vierde lid.
6.
Bij het beëindigen van het onderzoek, bedoeld in artikel 38, eerste lid, stelt de beursgenoteerde onderneming de als laatste geïdentificeerde natuurlijke persoon of rechtspersoon hiervan op de hoogte.
7.
De beursgenoteerde onderneming verstrekt krachtens dit artikel verkregen gegevens onverwijld aan Onze Minister en deelt aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon, bedoeld in het tweede lid, die het bericht, bedoeld in het tweede lid, heeft doorgeleid of aan een door deze natuurlijke persoon of rechtspersoon aangewezen derde, mede dat de verzochte gegevens zijn verkregen.