Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie
Artikel 261 Gevallen waarin de raadplegingsprocedure niet is vereist
Geldend
Geldend vanaf 18-01-2016
- Bronpublicatie:
24-11-2015, PbEU 2015, L 343 (uitgifte: 29-12-2015, regelingnummer: 2015/2447)
- Inwerkingtreding
18-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2015, PbEU 2015, L 343 (uitgifte: 29-12-2015, regelingnummer: 2015/2447)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(Artikel 22 van het wetboek)
1.
In de volgende gevallen geeft de bevoegde douaneautoriteit een beschikking op een aanvraag af zonder raadpleging van de andere betrokken douaneautoriteiten zoals bedoeld in artikel 260 van deze verordening:
- a)
een vergunning waarbij meer dan één lidstaat betrokken is, wordt:
- i)
vernieuwd,
- ii)
gering gewijzigd,
- iii)
geannuleerd,
- iv)
geschorst,
- v)
ingetrokken;
- b)
twee of meer van de betrokken lidstaten hebben hierover overeenstemming bereikt;
- c)
de enige activiteit waarbij verschillende lidstaten betrokken zijn, is een handeling waarbij het douanekantoor van plaatsing en het douanekantoor van aanzuivering niet dezelfde zijn;
- d)
een aanvraag voor een vergunning voor tijdelijke invoer waarbij meer dan één lidstaat is betrokken, is gedaan op basis van een douaneaangifte op het standaardformulier.
In dergelijke gevallen stelt de douaneautoriteit die de beschikking heeft gegeven de gegevens van de vergunning aan de andere betrokken douaneautoriteiten ter beschikking.
2.
In de volgende gevallen geeft de bevoegde douaneautoriteit een beschikking op een aanvraag af zonder raadpleging van de andere betrokken douaneautoriteiten zoals bedoeld in artikel 260 van deze verordening en zonder de gegevens van de vergunning aan de andere betrokken douaneautoriteiten ter beschikking te stellen in overeenstemming met lid 1:
- a)
wanneer een ATA- of CPD-carnet wordt gebruikt;
- b)
wanneer een vergunning voor tijdelijke invoer wordt verleend door vrijgave van de goederen voor de desbetreffende douaneregeling in overeenstemming met artikel 262 van deze verordening;
- c)
wanneer twee of meer van de betrokken lidstaten hierover overeenstemming hebben bereikt;
- d)
wanneer de enige activiteit waarbij verschillende lidstaten zijn betrokken, uit de overbrenging van goederen bestaat.