JWB 2004/365
Ontheffing
HR 29-10-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AQ7387
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 oktober 2004
- Zaaknummer
R03/140HR
- LJN
AQ7387
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Juridische beroepen / Rechter
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AQ7387, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑10‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AQ7387, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑10‑2004
- Wetingang
Art. 81 RO; art. 1:268 lid 2 onder a BW; art. 3 lid 1 IVRK; art. 20 IVRK
Essentie
Ontheffing
Samenvatting
Casus
De moeder heeft alleen het gezag over de dochter die geboren is op 21 september 1990. Bij beschikking van de Rechtbank van 12 mei 1997 is de dochter voor zes maanden onder toezicht gesteld. Op 12 november 1999 is een machtiging verleend tot uithuisplaatsing van de dochter. De ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing zijn steeds verlengd en de dochter woont sinds december 1999 in haar huidige pleeggezin.
Op 22 augustus 2002 verzoekt de Raad voor de Kinderbescherming de Rechtbank de moeder te ontheffen van het gezag over de dochter en de voogdij-instelling te benoemen tot voogdes. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.