Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 231/2013 tot aanvulling van Richtlijn 2011/61/EU ten aanzien van vrijstellingen, algemene voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening, bewaarders, hefboomfinanciering, transparantie en toezicht
Artikel 89 Bewaringstaken in verband met in bewaarneming genomen activa
Geldend
Geldend vanaf 19-11-2018
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-04-2020.
- Bronpublicatie:
12-07-2018, PbEU 2018, L 271 (uitgifte: 30-10-2018, regelingnummer: 2018/1618)
- Inwerkingtreding
19-11-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2018, PbEU 2018, L 271 (uitgifte: 30-10-2018, regelingnummer: 2018/1618)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Om aan de in artikel 21, lid 8, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU vastgelegde verplichtingen met betrekking tot in bewaarneming te nemen financiële instrumenten te voldoen, zorgt een bewaarder er ten minste voor dat:
- a)
de financiële instrumenten overeenkomstig artikel 21, lid 8, onder a), ii), van Richtlijn 2011/61/EU naar behoren zijn geregistreerd;
- b)
de gegevens en aparte rekeningen op zodanige wijze worden bijgehouden dat deze altijd accuraat zijn en met name de ten behoeve van abi's aangehouden financiële instrumenten en geldmiddelen weerspiegelen;
- c)
er zo vaak als nodig is aansluitingen worden verricht tussen de interne rekeningen en gegevens van de bewaarder en die van een derde aan wie overeenkomstig artikel 21, lid 11, van Richtlijn 2011/61/EU bewaartaken zijn gedelegeerd;
- d)
ten aanzien van de in bewaarneming genomen financiële instrumenten de nodige zorgvuldigheid wordt betracht om een hoog niveau van beleggersbescherming te garanderen;
- e)
alle relevante bewaarnemingsrisico's over de gehele bewaarnemingsketen worden beoordeeld en bewaakt en de abi-beheerder van elk geconstateerd wezenlijk risico in kennis wordt gesteld;
- f)
er passende organisatorische regelingen worden getroffen om het risico van verlies of vermindering van de financiële instrumenten, dan wel van hun rechten op deze financiële instrumenten, als gevolg van fraude, wanbeheer, het bijhouden van ontoereikende gegevens of nalatigheid tot een minimum te beperken;
- g)
het eigendomsrecht van de abi of het eigendomsrecht van de namens de abi optredende abi-beheerder op de activa wordt geverifieerd.
Wat de eerste alinea, onder c), betreft, geldt dat de frequentie van de aansluitingen op grond van het volgende wordt bepaald:
- a)
de normale handelsactiviteit van de abi;
- b)
alle transacties die buiten de normale handelsactiviteit plaatsvinden;
- c)
alle transacties die plaatsvinden namens een andere cliënt van wie activa door de derde op dezelfde financiële-instrumentenrekening als de activa van de abi worden aangehouden.
2.
Wanneer een bewaarder zijn bewaartaken overeenkomstig artikel 21, lid 11, van Richtlijn 2011/61/EU aan een derde heeft overgedragen, blijft hij onderworpen aan de vereisten van lid 1, onder a) tot en met e), van dit artikel. Hij ziet er ook op toe dat de derde de vereisten van lid 1, onder b) tot en met g), en de scheidingsverplichtingen van artikel 99 in acht neemt.
3.
Op de in de leden 1 en 2 bedoelde bewaarnemingstaken is de ‘look-through’-benadering van toepassing, waarbij wordt gekeken naar de onderliggende activa die worden aangehouden door financiële en, naargelang van het geval, of juridische constructies die direct of indirect onder de zeggenschap staan van de abi of de namens de abi optredende abi-beheerder.
Het in de eerste alinea bedoelde vereiste is niet van toepassing op dakfondsconstructies of master-feederstructuren waarbij de onderliggende fondsen een bewaarder hebben die de activa van deze fondsen in bewaarneming houdt.