NJB 2012/1220
HR, 11-05-2012, nr. 10/04884
HR 11-05-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV1031
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 mei 2012
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, J.C. van Oven, W.D.H. Asser, M.A. Loth en G. Snijders;
- Zaaknummer
10/04884
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BV1031
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BV1031, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑05‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BV1031, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑05‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑10‑2010
- Wetingang
EVRM art. 8 en 10; BW art. 6:162; Sr art. 261
Essentie
Onrechtmatige uitlatingen in het openbaar. Iemand die in de privésfeer een geschil met een gemeenteraadslid heeft gehad, zendt kort voor de gemeenteraadsverkiezingen een brief aan het gemeentebestuur, met afschrift naar de plaatselijke pers, waarin hij het raadslid beschuldigt van het begaan van een reeks concrete feiten, waaronder feiten die hij aanmerkt als ‘valsheid in geschrift’ of ‘afpersing’. Het hof acht de handelwijze onrechtmatig. HR: Afweging van omstandigheden. Het hof heeft de in HR 24 juni 1983, LJN AD2221, NJ 1984/801 geformuleerde omstandigheden tot uitgangspunt genomen. Dit is terecht niet bestreden. De middelen falen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.