RAV 2018/33
Huur woonruimte. Is het Nederlandse huurbeschermingssysteem voor niet-geliberaliseerde (sociale sector) woonruimte in strijd met art. 1 Eerste Protocol EVRM voor zover de verhuurder als gevolg van de regelgeving geen decent profit ontvangt of verlies lijdt?
HR 26-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:110
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 januari 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/05210
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS928679:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Huurrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:110, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1320, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 17‑11‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑10‑2016
- Wetingang
Art. 1 Eerste Protocol EVRM
Essentie
Huur woonruimte.
Is het Nederlandse huurbeschermingssysteem voor niet-geliberaliseerde (sociale sector) woonruimte in strijd met art. 1 Eerste Protocol EVRM voor zover de verhuurder als gevolg van de regelgeving geen decent profit ontvangt of verlies lijdt?
Samenvatting
Eiser 1 (A) is eigenaar van een aantal appartementen in Amsterdam. Eisers 2 en 3 (een tweetal stichtingen, resp. H en P) zijn juridisch eigenaar van een aantal woningen/appartementen (hierna: de huurobjecten); A is economisch eigenaar hiervan. Het betreft huur in de sociale sector, waarbij op basis van de Huurprijzenwet woonruimte de huurprijzen van overheidswege zijn gereguleerd. H ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.