RFR 2017/118
Partneralimentatie. Moet bij de vaststelling van de aanvullende behoefte aan partneralimentatie rekening worden gehouden met het kindgebonden budget?
HR 07-07-2017, ECLI:NL:HR:2017:1273
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 juli 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
17/00900
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS927196:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1273, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑07‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:487, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑06‑2017
- Wetingang
Art. 1:157 BW; art. 392 Rv
Essentie
Partneralimentatie. Behoefte.
Antwoord op prejudiciële vraag Hof Den Haag: moet bij de vaststelling van de aanvullende behoefte aan partneralimentatie rekening worden gehouden met het kindgebonden budget, dat de alimentatiegerechtigde ontvangt of moet het als uitkering van aanvullende aard buiten beschouwing blijven?
Samenvatting
De vrouw heeft wijziging (verhoging) van de partneralimentatie verzocht. De man heeft verweer gevoerd en aangevoerd dat de vrouw sinds januari 2015 het kindgebonden budget ontvangt. Hij heeft gesteld dat dit de aanvullende behoefte van de vrouw aan een bijdrage in de kosten van haar eigen levensonderhoud vermindert. Vanwege het grote verschil in uitkomst tussen het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.