Einde inhoudsopgave
Rapport alimentatienormen 2010
123 Woonlasten (zie ook 10)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2010
- Bronpublicatie:
01-07-2010, Internet 2010, www.nvvr.org (uitgifte: 01-07-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-07-2010, Internet 2010, www.nvvr.org (uitgifte: 01-07-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Korting wegens onredelijke woonlast
In individuele gevallen zal, gezien de persoonlijke omstandigheden en de woningmarkt ter plaatse, moeten worden beoordeeld of de woonlasten redelijk zijn. Die beoordeling geldt het totaal van de woonlasten; bij een eigen woning met hypotheek het totaal van de netto woonlasten.
De netto woonlasten worden berekend door van de totale bruto lasten het fiscaal voordeel af te trekken. Dit vergt een afzonderlijke tussenberekening: het fiscaal voordeel is de toename van het bedrag bij 95 (de inkomensheffing in box I) die optreedt wanneer de bedragen bij 83 (aftrek hypotheekrente), 84 (periodieke betalingen erfpacht / opstal) en 82 (eigenwoningforfait) tijdelijk op nul gesteld worden. Het gevonden fiscaal voordeel is een bedrag op jaarbasis. Het moet door twaalf worden gedeeld en kan dan worden afgetrokken van de totale bruto woonlasten. De meeste alimentatierekenprogramma's geven het bedrag van de netto rente aan. Hierbij moeten dan nog de premie levensverzekering / aflossing hypotheek en de overige eigenaarslasten worden geteld om de totale netto woonlast te vinden.
Is het totaal van de netto woonlasten onredelijk hoog dan wordt vastgesteld met welk bedrag dit totaal in redelijkheid gekort moet worden. Dit bedrag wordt als korting hier ingevuld.
De fiscale aftrek ‘boven de streep’ (zie hoofdstuk 4.4) bij 83 (rente), 84 (periodieke betalingen erfpacht / opstal en 82 (eigenwoningforfait) in verband met de woning blijft ongewijzigd. Voor woonlasten bepleit de werkgroep dus geen ‘gelijkheid boven en onder de streep’. Die gelijkheid leidt bij woonlasten alleen tot het beoogde resultaat voor zover alles binnen dezelfde belastingschijf blijft. Blijft de berekening ‘boven de streep’ door de beperking van de fiscale aftrek steken in een hogere belastingschijf dan vóór de korting, dan wordt het aan de onderhoudsgerechtigde toe te rekenen fiscaal voordeel eigenlijk naar een te hoog belastingtarief berekend. Dit veroorzaakt een onbedoeld nadeel voor de onderhoudsplichtige dat, vooral bij partneralimentatie (methode ‘Buijs’!), van aanzienlijke omvang kan zijn.