RvdW 2012/281
Kennelijk onredelijk ontslag?; causaal verband tussen arbeidsongeschiktheid en werkzaamheden?; stelplicht en bewijslast; onvoldoende gesteld?: onbegrijpelijk oordeel.
HR 10-02-2012, ECLI:NL:HR:2012:BU5620
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 februari 2012
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, M.A. Loth, G. Snijders
- Zaaknummer
10/03986
- Conclusie
A-G Rank-Berenschot
- LJN
BU5620
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BU5620, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑02‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BU5620, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑02‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑05‑2010
- Wetingang
BW art. 7:681; Rv art. 150, 166
Essentie
Kennelijk onredelijk ontslag?; causaal verband tussen arbeidsongeschiktheid en werkzaamheden?; stelplicht en bewijslast; onvoldoende gesteld?: onbegrijpelijk oordeel.
In een geval als het onderhavige waarin een werknemer aan zijn vordering ten grondslag legt dat zijn ontslag kennelijk onredelijk is omdat zijn arbeidsongeschiktheid is ontstaan als gevolg van de verrichte werkzaamheden, rust de stelplicht, en zo nodig de bewijslast, met betrekking tot het gestelde (causale) verband tussen de verrichte werkzaamheden en de arbeidsongeschiktheid in beginsel op de werknemer. ’s Hofs oordeel dat het in de omstandigheden van dit geval geen aanleiding ziet om van dit uitgangspunt af te wijken, geeft niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.