RAR 2018/26
Vakantie. Kan de curator de werknemer verplichten vakantiedagen op te nemen ter voorkoming van het ontstaan van een boedelschuld?
HR 17-11-2017, ECLI:NL:HR:2017:2907
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 november 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
17/01157
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS927966:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Insolventierecht / Faillissement
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2907, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑11‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1094, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑10‑2017
- Wetingang
Essentie
Prejudiciële vraag. Vakantie. Boedelschuld. Faillissement werkgever.
Is een aanspraak op een uitkering in geld voor niet genoten vakantiedagen (art. 7:641 BW) een boedelschuld (art. 40 lid 2 Fw)? Mag de curator van de werknemer verlangen om de niet-genoten vakantiedagen op te nemen en geen aanspraak op uitkering in geld te maken, om zo het ontstaan van een boedelschuld te voorkomen?
Samenvatting
Het UWV vordert een verklaring voor recht dat de door het UWV in het faillissement ingediende vordering in verband met vergoeding in geld van niet-genoten vakantiedagen, ook voor zover betrekking hebbend op de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.