Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/963
Strafmotivering. O.g.v. art. 197a.2 Sr, zoals dat gold t.t.v. het bewezenverklaarde, kan voor het als 3e cumulatief bewezenverklaarde feit een gevangenisstraf van ten hoogste 4 jr. worden opgelegd. Het hof heeft wat betreft dit feit ten onrechte een strafmaximum van 6 jr. tot uitgangspunt genomen. Dit leidt echter niet tot vernietiging. Gelet op de strafmotivering moet worden aangenomen dat het hof, ook indien het was uitgegaan van het strafmaximum van 4 jr. voor het als 3e cumulatief bewezenverklaarde feit, niet een andere straf zou hebben opgelegd. Verdachte heeft dus onvoldoende belang bij cassatie.
HR 01-09-2020, ECLI:NL:HR:2020:1349
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 september 2020
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/03598
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1349, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑09‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:544, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑06‑2020
Essentie
Strafmotivering. O.g.v. art. 197a.2 Sr, zoals dat gold t.t.v. het bewezenverklaarde, kan voor het als 3e cumulatief bewezenverklaarde feit een gevangenisstraf van ten hoogste 4 jr. worden opgelegd. Het hof heeft wat betreft dit feit ten onrechte een strafmaximum van 6 jr. tot uitgangspunt genomen. Dit leidt echter niet tot vernietiging. Gelet op de strafmotivering moet worden aangenomen dat het hof, ook indien het was uitgegaan van het strafmaximum van 4 jr. voor het als 3e cumulatief bewezenverklaarde feit, niet een andere straf zou hebben opgelegd. Verdachte heeft dus onvoldoende belang bij cassatie. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.